Jaarplan 2024

“Toen ik mijn zoon vertelde over de glastuinbouw en de samenwerking in de Greenport West-Holland, riep hij: ‘Maar pap, dat is onze Silicon Valley!” Frank ten Have kende de sector oppervlakkig, maar dat veranderde toen de Deloitte-consultant enkele maanden geleden wethouder van de gemeente Midden-Delfland werd. In die functie volgde hij de helaas overleden Hans Horlings op. Ten Have: “De tuinbouw moet nóg beter uitleggen wat de toegevoegde maatschappelijke waarde is.” 

U heeft in uw portefeuille onder meer Glastuinbouw en Greenport West-Holland. Hoe goed kent u de tuinbouw?

“Om heel eerlijk te zijn kende ik de omvang van de sector niet voor 1 juni. Ik wist natuurlijk wel dat het een belangrijke sector is, met veel export en veel werkgelegenheid. Maar ik vroeg me altijd af: is het wel duurzaam wat er gebeurt in die kassen? En past glastuinbouw niet beter op andere locaties? Een opmerking van mijn jongste zoon was een eyeopener.”

Wat zei uw zoon?

“Hij studeert aan de WUR. Toen ik vertelde over de glastuinbouw, riep hij: ‘Maar pap, dat is onze Silicon Valley!’ Pas toen ben ik écht goed gaan kijken naar de innovatie binnen de glastuinbouw. En ik zag dat meer naar Value wordt gekeken dan naar Volume. De sector is dus echt bezig met het realiseren van toegevoegde waarde. Ik zie het steeds meer als het voedsellaboratorium van en voor de wereld. Toch grappig dat mijn zoon me daarop moest wijzen.”

Wat zegt het dat u dat nog niet wist?

“De tuinbouw moet nóg beter uitleggen wat de maatschappelijke meerwaarde is. Vertel hoe de sector bijdraagt aan klimaatadaptatie en energietransitie. Laat innovaties zien, zoals op het gebied van geothermie, wateropvang bij extreme regenval of droogte en telen in een gesloten systeem op water. Maak werk van de verbinding met andere sectoren, zoals de haven en de bioscience. Ontwikkel nieuwe producten die bijdragen aan gezondheid en geluk. Laat dus het hele, grote verhaal zien. Maak reclame voor het Nederlandse duurzame kwaliteitsproduct. De toekomst voor de sector ligt in nieuwe kwaliteitsproducten en export van kennis.” 

Zijn er nog punten waarin de tuinbouw meer energie moet steken?

“Er zijn zeker nog uitdagingen. Kijk bijvoorbeeld naar de uitstoot van mest- en bestrijdingsmiddelen via het water uit de kassen. Schoon water is noodzakelijk voor de biodiversiteit en wordt gedronken door onze koeien. Meer algemeen liggen er nog grote uitdagingen op het gebied van energie en klimaat. Er gebeurt al veel goeds, heb ik gezien. Ik heb kennisgemaakt met innovatieve bedrijven. Deze voorlopers hebben als gemeenschappelijke noemer dat zij niet meer werken aan het optimaliseren van het productieproces, maar juist aan innovatie, kwaliteit, duurzaamheid en nieuwe producten. In de samenwerking binnen de Greenport hoop ik dat deze bedrijven hun collega’s inspireren. En dat zij met elkaar aangeven of en waarvoor zij de overheid nodig hebben.”

Welke rol speelt samenwerking bij die uitdagingen?

“Ik was voorheen consultant bij Deloitte op het gebied van ruimte & economie. Daar noemde ik PPS ‘Partijen met een Prikkel tot Samenwerking’, in plaats publiek-private samenwerking. Samenwerking werkt namelijk alleen als iedereen profiteert. De crux is: baat het niet, dan gaat het niet. Dat is ook echt Nederlands. In de Angelsaksische aanpak gaat het om het verdelen van risico’s en rendement; in onze traditie gaat het om het delen van risico’s en rendement. Samen dus. Want innovatie bedenk je niet vanachter je bureau, dat vraagt samenwerking.”



Pin It on Pinterest