Jaarplan 2024

De diepe ondergrond heeft een enorme potentie als alternatieve energiebron. Maar voor een gezonde business case van geothermie is het essentieel dat afnemers samenwerken. Dat bewijst de Nederlandse tuinbouwsector: op verschillende locaties zijn er samenwerkingsverbanden van grote groepen telers. En soms kunnen ook woningen worden aangesloten op de ondergrondse warmtebron.

Het lijkt een goed bewaard geheim: de Nederlandse glastuinbouw is koploper in de energietransitie. Naar verwachting is de sector al in 2030 voor een flink deel klimaatneutraal. Daarmee loopt de glastuinbouw voor op de andere economisch belangrijke sectoren. Op lokaal niveau zijn er al ondernemers die meer duurzame energie produceren dan dat ze zelf gebruiken.

Om dat over het voetlicht te brengen, bracht Greenport West-Holland een boekje uit met daarin voorbeelden van energietransitie in de tuinbouw: ‘Minder gas? Kijk naar de kas! Maak uw eigen Greenhouse’. In die uitgave vertellen ondernemers wat ze doen aan bijvoorbeeld geothermie. Want door goed georganiseerde samenwerking tussen ondernemers is de Nederlandse tuinbouw al jaren koploper als het gaat om ondergrondse warmte. De glastuinbouwondernemers kunnen nóg grotere stappen zetten met geothermie als er voldoende CO2 voor de plantengroei beschikbaar komt uit de Rotterdamse haven én als de politiek de sterk verhoogde belasting Opslag Duurzame Energie (ODE) op elektriciteitsinkoop beperkt.

Boorgaten van ruim 2 kilometer diep
Bij geothermie worden twee gaten geboord naar ongeveer 2 kilometer diepte. De eerste gaat naar een waterhoudende laag. Het warme water wordt daar opgepompt. Daarmee wordt bovengronds koel water verwarmd met een warmtewisselaar. Het afgekoelde bronwater gaat terug de aarde in, maar dan naar een andere plek in dezelfde aardlaag. Bij geothermie zijn dus altijd twee boringen. Vandaar dat gesproken wordt over een doublet.

Steeds meer tuinbouwbedrijven zijn aangesloten op een ondergrondse warmtebron, of hebben plannen daarvoor. Zo werden dit voorjaar op Voorne-Putten twee bronnen geboord met een diepte van 2.400 meter, vertelt Lodewijk Burghout, directeur van Duurzaam Voorne. Onlangs startte de bouw van het pomphuis, binnenkort wordt het distributienetwerk aangelegd en in 2021 start de levering van warmte.

Ook woningen aansluiten
Investeren in geothermie en mogelijke tegenslagen overwinnen vraagt een innige samenwerking. Daaraan zijn tuinbouwondernemers gewend. Zo richtten ze ooit coöperatieve veilingen op en wisselen ze teeltkennis uit via studieclubs. De behoefte aan betaalbare, duurzame energie geeft een nieuwe impuls aan die samenwerking.

“Een geothermie-project lukt alleen als je daarvoor al een goede klik hebt met elkaar”, vertelt tomatenteler Paul van Schie en directeur van Nature’s Heat. Dat geothermieproject is sinds voorjaar 2018 actief in het Westlandse Kwintsheul. Op het distributienetwerk van Nature’s Heat zijn dertien teeltbedrijven met groente, bloemen en planten aangesloten met een totale teeltoppervlakte van 64 hectare.

Op Voorne-Putten namen vier telers in 2015 het initiatief voor een gezamenlijke boring, en dat leidde tot de oprichting van Duurzaam Voorne. Komend voorjaar krijgen tien tuinbouwbedrijven op het eiland warmte uit de ondergrondse bron. Burghout: “De bron levert meer vermogen dan oorspronkelijk berekend. Daarom verwachten we meer tuinbouwbedrijven te kunnen bedienen. En we zijn in overleg met de gemeente over het aansluiten van woningen op de geothermie-bron.”



Pin It on Pinterest