Jaarplan 2024

Had u wel eens gehoord van een drielingstorm? Ik niet. Maar afgelopen week kwamen Dudley, Eunice en Franklin op bezoek. En sindsdien weet ik dat niet alleen al het goede, maar ook noodweer in drieën kan komen. Weer wat geleerd.

Terwijl de stormen tegen mijn huis in Bleiswijk beukten zat ik met zwetende handen op de bank. Niet dat ik bang was voor onze doorzonwoning: die kan een stootje hebben en staat redelijk beschut door de andere woningen in de wijk. 

Ik was vooral zenuwachtig voor wat er met de panden van de ondernemers in de tuinbouw zou gebeuren. Zou het glas in de spanten blijven liggen? En zouden de daken van al die logistieke gebouwen het wel houden?

De dagen na Dudley, Eunice en Franklin zag ik dat er – helaas – inderdaad flink wat schade was. Zo waren er veel ondernemers die glas moesten rapen en spoedreparaties moesten regelen. Maar wat ik ook zag was de enorme nuchterheid van ondernemers in onze sector. Dus geen geweeklaag, geen gejeremieer, maar bijna laconiek. ‘Kan gebeuren, komt goed.’ Iedereen zette zijn schouders eronder, kassenbouwers maakten lange dagen en ik zag op een paar plaatsen ook gepensioneerde oud-tuinders glas snijden voor de nieuwe generatie. 

Die nuchtere houding kom je vaak tegen in het tuinbouwcluster. Er wordt wel eens gezegd: ‘als een boer niet meer klaagt, dan is er pas echt wat mis’. Maar die uitspraak geldt zeker niet voor ondernemers uit onze tuinbouwsector. Ondernemers in het tuinbouwcluster klagen zelden tot nooit; ze zijn hooguit ontevreden of mopperen wat. En ze zoeken direct naar oplossingen.

Vanuit die nuchtere, oplossingsgerichte houding weet het tuinbouwcluster al sinds decennia weerbaar en krachtig te reageren op ontwikkelingen, zoals de stijgende energieprijzen, maatschappelijke wensen en nieuwe regels. Mouwen opstropen, in je handen spugen en gáán. Storm of geen storm

Voor mij is die houding bijna vanzelfsprekend, van huis uit meegekregen en nu al heel wat jaren als voorbeeld gezien bij tuinbouwondernemers, in de kas of op de handelsvloer. Des te mooier dat onze voorzitter Meindert Stolk onlangs aangaf zo onder de indruk te zijn van het ondernemerschap. “Ik kende het belang van de tuinbouw voor de economie, de wereldwijd goede reputatie van producten en de ondernemerszin, maar ik was verrast dat de stappen zo groot zijn die worden gezet op het gebied van duurzaamheid en digitalisering”, schrijft hij in het Jaaroverzicht 2021 dat we onlangs publiceerden.

Die houding is volgens mij dan ook de basis voor het succes van het Nederlandse tuinbouwcluster en specifiek het Greenport West-Holland-cluster. We laten ons niet tegenhouden door een storm, met welke mooie voornaam dan ook. En zelfs niet als ze met z’n drieën komen.

Jolanda Heistek
Programmadirecteur



Pin It on Pinterest