Jaarplan 2024

Hoe kunnen tuinbouwondernemingen circulair worden? Het antwoord op die vraag verschilt van bedrijf tot bedrijf, zo blijkt uit een inventarisatie voor het onderzoek Circulaire Glastuinbouw, vertelt projectleider Alexander Boedijn van de Business Unit Glastuinbouw & Bloembollen van Wageningen University & Research (WUR). De inventarisatie wordt onder meer gebruikt voor het maken van ‘het circulaire verhaal van de glastuinbouw’. Boedijn: “Dat verhaal heb je nodig om antwoord te geven op vragen uit de maatschappij en de sector zelf.” 

De Business Unit Glastuinbouw & Bloembollen van Wageningen University & Research startte eerder dit jaar met een onderzoek naar de gevolgen van de circulaire economie voor glastuinbouwbedrijven. Er wordt onder meer gekeken naar hoe circulaire glastuinbouw eruitziet, en hoe ondernemers zich daarop kunnen voorbereiden. Het onderzoek – dat loopt tot eind 2022 – wordt gefinancierd door de Club van 100. Bij het onderzoek zijn onder meer negen ketenpartijen (zoals toeleveranciers en handel) en Greenport West-Holland betrokken. 

Afgelopen maanden werden zowel telers als toeleveranciers geïnterviewd door onderzoekers van WUR. Die interviews gingen o.a. over materiaalstromen, en dan met name om water, meststoffen, substraat, CO2, groenafval en plastics. Boedijn: “Uit die inventarisatie bleek – zoals te verwachten – dat er grote verschillen zijn tussen de bedrijven. Enerzijds komen die verschillen door het type teelt: zo produceert een potplantenkweker weinig groenafval en worden er plastic potten en trays gebruikt, terwijl een tomatenteler wel veel plantresten moet afvoeren, waar vaak plastic clips en nylon touw in achterblijft die nodig zijn voor het hogedraad teeltsysteem. Daarnaast zijn er ook regionale verschillen. Want hoewel vrijwel elke teler regenwater gebruikt, zijn aanvullende aanvoer- en afvoeropties afhankelijk van lokale beschikbaarheid en kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Ook de potentie voor samenwerking met omliggende bedrijven en infrastructuur verschilt per teler.”

Het verhaal van de tuinbouw

Naast de telers werden ook toeleveranciers geïnterviewd. Het ging daarbij om leden van de Club van 100. Boedijn: “Het ging bij de interviews met telers en toeleveranciers om een kwalitatief onderzoek. Want naast de vragen over huidige materiaalstromen stelden we ook vragen over bijvoorbeeld toekomstverwachtingen, innovaties en bereidheid tot samenwerken. Zo blijkt dat telers openstaan voor samenwerking. Innoveren op het gebied van circulair werken is een uitdaging omdat je vaak onderdeel bent van een keten.

De inventarisatie zorgt voor een totaalbeeld van hoe de tuinbouw werkt aan de circulaire economie”, aldus Boedijn. “Dat totaalbeeld kun je zien als ‘het verhaal’ van de glastuinbouw. Waarom dat verhaal belangrijk is? Allereerst om binnen de glastuinbouw te werken aan draagvlak en eenheid op het gebied van circulair werken. En daarnaast als antwoord van de glastuinbouw op de vragen die komen vanuit de maatschappij. Je bent zo beter in staat te vertellen wat de glastuinbouw al heeft bereikt op het gebied van circulair ondernemen, en waar aan gewerkt wordt.”

Over het onderzoek

Het onderzoek Circulaire Glastuinbouw wordt mogelijk gemaakt door de Club van 100 van de Business Unit Glastuinbouw & Bloembollen van Wageningen University & Research. Doel van dit initiatief van WUR is het financieren van strategisch pre-competitief onderzoek voor middellange en lange termijn. Greenport West-Holland ondersteunt het project in de externe communicatie en zorgt voor een goede afstemming met andere regionale Programma’s over Plastics, Biobased Economy en Circulaire Metropool.



Pin It on Pinterest