Op 1 juli hebben alle regio’s hun definitieve Regionale energiestrategie (RES) 1.0 opgeleverd aan het Rijk. Vorig jaar oktober was al een eerste concept opgeleverd. Het WSO-gebied valt binnen twee RES’en: Regio Rotterdam Den Haag en Regio Midden Holland. De focus van de WSO ligt bij het benutten van regionale en (boven)lokale bronnen in een gebiedsdekkend warmtenet voor gebouwde omgeving en glastuinbouw.
Wat is een Regionale Energiestrategie?
De RES komt voort uit het op 28 juni 2019 gesloten nationale klimaatakkoord. Het nationale klimaatakkoord is de Nederlandse uitwerking van de internationale klimaatafspraken van Parijs (2015). De RES is een instrument om de (ruimtelijke) inpassing van de energietransitie met maatschappelijke betrokkenheid te organiseren. De RES geeft inzicht in:
- de ontwikkeling van de energievraag in de tijd
- mogelijkheden voor regionale duurzame opwek en besparing van energie
- die mogelijkheden vertaald naar keuzes in concrete plekken en toepassing van de duurzame energiebronnen
- de gevolgen voor de energie-infrastructuur (warmte, elektra en groen gas/waterstof)
De RES kijkt niet alleen naar warmte, maar ook naar elektriciteit en andere brandstoffen.
De RES is niet bindend maar geeft richting aan de gemeenten voor de uitwerking van de energietransitie in de Transitievisie Warmte en hun Omgevingsvisie en Omgevingsplan.
Voor de glastuinbouw is er een directe relatie met de gebiedsvisies die door de Greenport West-Holland (GPWH) zijn opgesteld. In het klimaatakkoord is afgesproken dat voor alle glastuinbouwgebieden een gebiedsvisie wordt opgesteld en verder wordt uitgevoerd.
RES Regio Rotterdam Den Haag
De 23 gemeenten, 4 waterschappen en de provincie Zuid-Holland hebben voor de Regio Rotterdam Den Haag de RES opgesteld. Uit de RES komt naar voren dat er grote warmtevraag is in de regio: 31 PJ in de glastuinbouw en 55 PJ in de gebouwde omgeving. In de RES Rotterdam Den Haag is ook de glastuinbouw meegenomen. De gebiedsvisie van de Greenport West-Holland voor de verduurzaming van de glastuinbouw in Oostland is een-op-een opgenomen in de RES.
De partijen in de RES streven regionaal naar een warmtebesparing in 2050 van 20% of meer in de gebouwde omgeving en 30% of meer in de glastuinbouw. In deze regio een groot potentieel aan geothermie en restwarmte. De potentie aan geothermie is tussen 23 tot 33 PJ. In het cluster Energiestrategie geeft Industriecluster Rotterdam-Moerdijk aan te verwachten dat tot 2030 20-28 PJ beschikbaar is en na 2030 de potentie voor duurzame restwarmte toeneemt tot mogelijk 45 PJ. Nader onderzoek is nodig om de potentie van restwarmte en geothermie manifest te maken.
In een onderzoek dat gedaan is naar een mogelijke regionale warmtestructuur komt naar voren dat in de glastuinbouw en veel delen van de gebouwde omgeving restwarmte in combinatie van geothermie een transitie oplossing is met de laagste maatschappelijke kosten. In de RES Rotterdam Den Haag zijn om de regionale warmtestructuur nader te verkenning en op termijn tot uitvoering te brengen zeven sleutelprojecten benoemd. Een van de sleutelprojecten is Oostland. Voor het verkrijgen van restwarmten in Oostland zijn WarmtelinQ en de RoCa-leiding benoemd. Belangrijk aandachtspunt voor nader onderzoek is de toekomst van de RoCa-centrale van Uniper. Hiervoor zijn meerdere opties mogelijk. De WSO zal samen met de RES-organisatie stap voor stap het sleutelproject nader uitwerken. Bij de verdere uitwerking van het sleutelproject wordt binnen de RES ook Waddinxveen en Zuidplas meegenomen.
In 2023 dient de RES geactualiseerd te worden in een 2.0-versie. In deze versie zullen de afspraken rond de regionale warmtestructuur verder geconcretiseerd worden.
RES Midden Holland
In de RES Midden Holland zitten naast Waddinxveen en Zuidplas ook Bodegraven/Reeuwijk, Krimpenerwaard en Gouda. In deze RES is aan de hand van vier scenario’s uitgewerkt hoe, afhankelijk van de beschikbare hoeveelheid warmte van buiten de regio, de toekomstige warmtevoorziening eruit zou zien. Deze scenario’s geven de uithoeken van het speelveld voor warmte-opties weer en laten zien dat import van (rest)warmte van buiten Midden-Holland noodzakelijk is om een extra elektriciteitsvraag – met bijkomende kosten voor aanpassing van het energienet – voor warmte te kunnen beperken. De scope van de WSO beperkt zich tot Oostland, maar kijkt wel mee van de implicaties die een aansluiting van Gouda of andere gemeenten op het warmtenet van/door Oostland voor betekenis heeft voor het gebiedsdekkend warmtenet in Oostland en de bijbehorende fasering.