Veel tuinbouwgewassen hebben onvermoede eigenschappen. Zo helpen de inhoudstoffen van laurier, curry, bromelia en basilicum in de strijd tegen diabetes. Vier telers van deze gewassen hebben de handen ineen geslagen en werken aan een gezonde en smaakvolle thee, vertelt Charl Goossens van laurierkwekerij Gova in Nispen. “Je leert op een andere manier naar je gewas kijken.”
Hoe is de samenwerking ontstaan?
“We zitten in de ondernemersgroep Plantinhoudstoffen van het Biobased Greenport-programma. Met een aantal andere telers hadden we een zeer goede klik. We zijn toen op zoek gegaan naar overeenkomsten als basis voor een verdere samenwerking. En toen bleek dat onze gewassen helpen tegen diabetes. Daar hebben we een vierde teler bij gevraagd, en we hebben een voorstel voor BioBoost geschreven voor de ontwikkeling van een gezonde thee.”
Om welke gewassen gaat het?
“Wij telen zelf laurier, Westlandpeppers curryplanten, Corn. Bak bromelia’s en De Kruidenaer basilicum. We hebben eerst literatuuronderzoek gedaan of die gewassen inderdaad helpen tegen diabetes. Dat blijkt zo te zijn. We doen nu praktijkonderzoek met een modelorganisme. Het dna van zo’n organisme is te vergelijken met dat van een mens.”
Wordt de thee dan een geneesmiddel?
“Als je een product een geneesmiddel noemt, dan krijg je te maken met ingewikkelde wet- en regelgeving. De vraag is dus in hoeverre we effecten claimen. We waren afgelopen jaar aanwezig bij de Dutch Design Week met een laurierolie, en toen bleek dat consumenten en retailers niet per se wachten op een claim: het verhaal is veel belangrijker.”
Wat moet er verder allemaal onderzocht worden?
“Heel veel. Bijvoorbeeld de beste concentratie thee voor een effect tegen diabetes, de trektijd van de thee, het beste deel van de planten om te gebruiken, voorbewerking en de beste droogmethode. Veel van die stappen zetten we samen met een hoogleraar van de WUR en met researchbedrijf ’t Akker.”
Hoe ziet de planning eruit?
“We hopen eind dit jaar de thee op de markt te brengen. Daarvoor moeten we nog wel veel stappen zetten, bijvoorbeeld: wat is de beste manier om de producten te behandelen, en hoe zet je de intrinsieke waarde van een product – dus de inhoudstoffen – op de markt? Daarvoor werken we samen met onder meer de WUR.”
En dan de markt op.
“Een belangrijke vraag daarvoor is natuurlijk: hoe maak je een smaakvolle thee? Daarvoor hebben we een thee-sommelier ingeschakeld. Dat is heel leerzaam. Een thee-sommelier kijkt heel anders naar je product. Die ziet bijvoorbeeld een takje en zegt: dat is goed voor de smaak. Zo keken wij nooit naar ons product. Dat is dus ook het resultaat van de kruisbestuiving met de andere telers.”