Innovatiepact 3

Het tuinbouwcluster werkt hard aan een aantal transities, zoals op het gebied van biodiversiteit, water en energie. Maar wat betekent dat eigenlijk: een transitie? Wat maakt het zo moeilijk om een systeem te veranderen? En vooral: welke kansen biedt een transitie? Else Boutkan (Greenport West-Holland): “Een transitie schuurt, want het is niet alleen een technische verandering. Je komt aan structuren, belangen, gedrag, gewoontes.” 

Wie Greenport West-Holland een beetje volgt, komt steeds vaker het woord ‘transitie’ tegen. In het nieuwe meerjarenprogramma 2025-2030 staat het maar liefst elf keer genoemd. Ter vergelijking: in het vorige programma was ‘transitie’ nul keer te lezen. Er is blijkbaar iets veranderd in de tussentijd. Wat vooral veranderd is: het besef dat sommige zaken anders aangepakt kunnen en moeten worden. 

Else Boutkan was de afgelopen jaren bij veel transities binnen Greenport West-Holland betrokken. Ze startte enkele jaren geleden met het onderwerp Plastics, maar was daarna verantwoordelijk voor onder meer het programma Circulaire Metropool. Die transities staan goed in de steigers. Daarom heeft Else besloten zich een tijdje minder in te zetten voor de Greenport. Een mooie aanleiding dus voor een interview. Maar, zo benadrukt ze, dit is geen afscheidsinterview. “We blijven elkaar tegenkomen.” 

Else, om te beginnen: wat versta jij onder een transitie? 

“Een gewone verbetering is optimalisatie binnen het bestaande systeem. Efficiënter, goedkoper, schoner – maar wel volgens de bestaande spelregels. Bij een transitie verander je juist die spelregels. Het is een fundamentele verandering van het systeem. Je stelt jezelf de vraag ‘Moet ik dit eigenlijk wel blijven doen?’ Het is het herontwerpen van wat we doen en hoe we het doen. Je gaat niet harder fietsen, je bedenkt een andere manier om van A naar B te komen.” 

Waarom is het belangrijk dat het tuinbouwcluster zich bezighoudt met transities? 

“We zitten in een samenleving waar heel veel tegelijk speelt. Klimaatverandering, energie, water, biodiversiteit: het zijn grote maatschappelijke opgaven. Daar moeten we als sector op reageren. Maar je kunt ook zeggen: daar kunnen we als sector aan bijdragen. De tuinbouw heeft een belangrijke rol in de voedselvoorziening, maar ook in hoe we omgaan met ruimte, energie en grondstoffen. Dan is het logisch dat we kijken: hoe kan het anders?” 

Kun je een voorbeeld noemen? 

“In Den Haag leven veel mensen met een ongezond voedingspatroon. Een paar kilometer verder staan kassen. Hoe kan de tuinbouw een rol spelen in het bereikbaar maken van gezond voedsel voor iedereen? Dat vraagt om een fundamenteel andere benadering dan de bestaande, sterk geoptimaliseerde handelsketen. Ik sprak daarover een directeur van een handelsbedrijf. Die zei: ‘Ik hoor twee dingen. Allereerst is onze markt veel groter dan we dachten. En ten tweede: dit is zo nieuw, dit kunnen wij niet.’ Dat is een mooi besef om een transitie te starten. Om een eerste stap te zetten. En dan telkens kleine stappen te zetten. Alsof je een kralenketting rijgt.” 

Veranderen is moeilijk. 

“Het is niet voor niks dat een transitie vaak pas op gang komt als het echt moet – als de urgentie groot genoeg is. Bij transities moet je problemen durven opzoeken. En als er één sector is die problemen kan oplossen, dan is het wel de tuinbouw. Als het om techniek gaat, dan durft de tuinbouw de onzekerheid van een transitie zeker aan te gaan. Zoals het aanleggen van een aardwarmteput. Dát is pas complex. Maar ook die uitdaging gaat de tuinbouw niet uit de weg. En voor transities moet je samenwerken met anderen. Ook dat zit in het DNA van de tuinbouw. Kijk bijvoorbeeld hoe ondernemers elkaar helpen. De tuinbouw heeft echt de juiste mind-set om transities in te zetten.” 

Veranderen kost ook geld. 

“De vraag is: wat kost het als je het niet doet? Niets doen is óók een keuze, en die keuze heeft óók gevolgen. Soms heb je investeringen nodig om toekomstbestendig te blijven. En ja, dat vraagt om durf. Maar het levert vaak ook iets op: meer weerbaarheid, minder afhankelijkheid, meer maatschappelijke waardering. En soms ook gewoon een betere business op de langere termijn. Koplopers zijn daarin heel belangrijk. Zij laten zien dat het anders kán. Daarna is het belangrijk dat de rest meebeweegt. Want een paar koplopers maken nog geen systeemverandering; daar heb je massa voor nodig.” 

Op welke onderwerpen zou de tuinbouw aan een transitie moeten werken? 

“Er zijn verschillende thema’s waar we echt in beweging moeten komen. Energie, water en biodiversiteit zijn logisch. Hoe zorgen we dat werk gedaan wordt op een manier die voor iedereen eerlijk is en waar iedereen blij van wordt? En aan ketens: hoe organiseren we de samenwerking zó dat iedereen waarde ervaart? En aan de relatie met de maatschappij: hoe leggen we uit wat we aan het doen zijn in de transities, en waarom? Daar ligt echt nog een opgave.” 



Pin It on Pinterest

logo-greenport-west-holland
Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.