Jaarplan 2024

Doodstil was het donderdagmiddag 14 maart in de centrale hal van Koppert Biological Systems. Bergbeklimmer Katja Staartjes vertelde op het Nationaal Tuinbouwcongres van  Greenports Nederland over haar avonturen op een aantal bergen van meer dan 8.000 meter hoogte. Dat deed ze ijzersterk. Nagenoeg de hele zaal kreeg kippenvel bij haar verhalen over afzien, doorzettingsvermogen, leiderschap en zelfkennis.

Natuurlijk had Greenports Nederland Katja niet alleen gevraagd omdat ze zo boeiend kan vertellen en mooie foto’s heeft gemaakt. Katja had ook een paar wijze lessen voor de tuinbouw, en meer specifiek: voor de ondertekenaars van het eerste Tuinbouwakkoord. Die wijze lessen gingen over vooral samenwerken. Daar weten de ondertekenaars van het Tuinbouwakkoord alles van: het document is tot stand gekomen door innige samenwerking en afstemming. Zoals Katja vertelde: ‘voor het bereiken van de top zijn de dragers en de kok, je ondersteuners dus, van cruciaal belang’. Vaak werd dan ook instemmend geknikt door de zaal, en zag ik de programmamanagers van de regionale greenports en ambtenaren van de provincies en het ministerie elkaar aankijken!

Maar één wijze les was écht onverwacht. In de reis naar de top van bijvoorbeeld de Mount Everest zijn er hoge bergen en diepe dalen die het team moet weten te overwinnen. Een ongelooflijk groot en complex project met een duidelijk einddoel. De les van Katja: wat is het einddoel?

‘De top van de berg’, is iedere niet-bergbeklimmer geneigd te antwoorden. Als je bovenop een berg van 8.000 meter staat en de wereld aan je voeten ziet liggen, dan heb je je doel bereikt. Spullen inpakken, evalueren, klaar.

Maar nee, vertelde Katja. Het echte doel is niet de top. Het echte doel is terugkeren naar het basisstation. Dit is het mini-tentenkamp dat gedurende de beklimming dient als rust- en herstelplaats voor weer een hogere beklimming. Een berg beklim je namelijk niet in één rechte lijn: vanaf het basisstation gaan de beklimmers eerst naar kamp 1, en weer terug; vervolgens via kamp 1 naar kamp 2, en weer terug. Etcetera. Elke keer weer de ervaring die je hebt opgedaan verwerken, prioriteiten stellen, het team weer vormen en met nieuwe energie en kennis het volgende traject beter doen.

De laatste keer terugkomen bij het basisstation betekent dat de beklimming is geslaagd. Het doel is dus niet het hoogste punt, maar terugkeren op de plek waarvandaan je komt. Zonder schade, want dalen is vaak gevaarlijker dan stijgen. En die plek – de basis – die moet op orde zijn. Vandaaruit kan je blijven stijgen en dalen. Als je dat niet inziet, dan kan de top alleen maar een plek zijn waar je vanaf kunt vallen. De top is geen verblijfplaats.

Heel even werd de stilte in de zaal doorbroken: je hoorde de hersenen van de honderden aanwezigen kraken. ‘Als het niet gaat om het hoogste punt, maar om de basis, hoe zit dat dan bij het Tuinbouwakkoord?’

Die basis is volgens mij het netwerk dat we al jaren vormen binnen de regionale Greenports. We verzorgen elkaar – zoals dat in het basisstation gebeurt – weten waarvoor we staan, kennen elkaars belangen. Vanuit die solide basis kunnen we de top van het Tuinbouwakkoord met andere partijen bereiken. En vanuit die basis kunnen we nog veel meer bereiken.

De Greenport is ons basisstation. Ik dank Katja Staartjes voor dit inzicht en de ijzingwekkende inspiratie.

Jolanda Heistek
Programmamanager



Pin It on Pinterest