Onlangs was ImpactFest, het jaarlijkse festival in Den Haag over ‘Doing good and doing business’. De Greenport was er aanwezig. En hoe! Een aantal collega’s en Greenport-partners gingen in een zaal of rond de tafel in gesprek met een internationaal publiek. En ik mocht zelf deelnemen aan een paneldiscussie over circulaire economie. Op het hoofdpodium, met een doosje op schoot, maar daarover later meer.
Ik heb wel eerder deelgenomen aan discussies of op podia gezeten. Maar ImpactFest is een verhaal apart, als ik zo onbescheiden mag zijn. Het is een festival met 2.000 bezoekers op 1 middag. Vooral jonge, innovatieve talenten en sociale ondernemingen komen om te praten over de dag van morgen – ‘Creating the future of impact’.
En juist op die plek was de tuinbouw tot voor kort nauwelijks aanwezig. De thema’s van ImpactFest zijn: energie- en voedingtransitie, circulaire economie en klimaatadaptatie. Allemaal thema’s waar we in ons cluster oplossingen voor hebben. En de stelling ‘De transitie naar een duurzame en inclusieve economie hangt af van samenwerking’ zou zo de slogan van de Greenport kunnen zijn.
Tijdens ImpactFest konden we dus vertellen over hoe het glastuinbouwcluster bijdraagt aan de wereld van morgen. Hoe we ons bijvoorbeeld inzetten voor biobased oplossingen (in een doosje op schoot) én tegen voedselverspilling, om maar enkele voorbeelden te noemen. En onze deelname ging verder dan een verhaal vertellen; er was daadwerkelijk sprake van gesprekken, van luisteren, van wederzijdse interesse. Dus wat mij betreft volgend jaar weer.
Waarom? Als we ons samen inzetten voor een gezonde, vitale en duurzame toekomst van het glastuinbouwcluster, dan moeten we dat niet alleen op onze bedrijven en in onze kennisinstellingen doen; we moeten de verbinding leggen met de maatschappij en de omgeving. Daar zijn we immers onderdeel van. Onder meer omdat we dezelfde ruimte gebruiken, en omdat we op altijd zoek zijn naar talenten. Maar ook omdat als we menen oplossingen te hebben voor maatschappelijke uitdagingen, de eerste stap is met die maatschappij in gesprek te gaan.
Een treffend voorbeeld daarvan is de bijdrage die de tuinbouw nu al levert aan het landelijke stroomnet. Ruim 10% van de stroom die in Nederland wordt gebruikt is afkomstig van de WKK’s van de tuinbouw. (En met de warmte die daaruit komt verwarmen we de kassen.) Dus: meer dan tien procent! Dat is een enorme hoeveelheid, en een enorme bijdrage. Maar wie weet dat?
Dat verhaal vertellen zou de blik van velen op het glastuinbouwcluster kunnen doen kantelen. Net als het verhaal dat we werken aan het verwarmen van de stad door onze warmtenetten. Of dat onze planten zorgen voor een gezonde werkomgeving. Dat bloemen mensen gelukkig maken. Dat echte groenten écht gezonder zijn dan paprikachips.
Recent hebben we, met ondernemers, dit energieverhaal verteld aan Statenleden van de Provincie Zuid-Holland die op bezoek waren. Die daarna met de juiste informatie, onder de indruk en met een belofte, terug gingen naar het Provinciehuis. We hebben dus o zo veel verhalen te vertellen. Dat bewustzijn is afgelopen jaren groeiende. Er is nog veel te winnen.
Terug naar ImpactFest. Wat me opviel was niet alleen dat onze verhalen indruk maken, maar ook dat ik er zelf energie van kreeg. De manier waarop werd gereageerd op ons verhaal, de vragen die we kregen, de nieuwe relaties die we leerden kennen. Energie krijgen van praten over energie: veel circulairder kan haast niet, toch?
Jolanda Heistek
Directeur Greenport