Jaarevent 2024

Marokko is een groot tuinbouwland. Op vele duizenden hectares worden – vaak in plastic kassen – gewassen als groenten en fruit geteeld. De teelt kan echter veel duurzamer, onder meer op het gebied van minder plastic, water en gewasbeschermingsmiddelen. Om die stap te kunnen zetten, zou het tuinbouwcluster beter georganiseerd moeten worden. Daarvoor werkt de Marokkaanse overheid samen met onder meer Greenport West-Holland, universiteiten Leiden-Delft-Erasmus en hogeschool Inholland. “Een belangrijk onderdeel bij de ontwikkeling van een cluster is de vraag: wat doe je als eerste?”

Marokko is gemiddeld een stuk warmer dan Nederland. En droger. Er zijn gebieden waar al een aantal jaar nauwelijks neerslag is gevallen. En als er een bui is, dan stroomt het water vooral heel snel naar kleine riviertjes. Water is dan ook een groot probleem voor telers in Marokko, vertellen Woody Maijers en Gerry Kouwenhoven. Maijers is programmaregisseur van het Innovatiepact van Greenport West-Holland en lector Integrale voedsel- en productieketens bij Inholland. Kouwenhoven is associate lector Investeren in circulaire land- en tuinbouw bij Inholland.

Water is niet het enige probleem. De gewassen staan in plastic kassen, en zijn daardoor nauwelijks beschermd voor invloeden van buitenaf. Daardoor worden er relatief veel gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. Overstappen op een glazen kas, controlled environment agriculture,  klinkt als een logische stap. Maar hoe zet je die stap? Kouwenhoven: “Er zal een verschuiving komen van low tech, via mid tech naar high tech. Maar daarvoor moeten bijvoorbeeld onderwijs en bedrijven samenwerken. Ofwel: er moet een cluster ontwikkeld worden.” 

Klimaat en water

Marokko is voor veel Nederlandse bedrijven een interessant land. Zo zijn veel Nederlandse toeleveranciers maar ook meer en meer telers actief in het Noord-Afrikaanse land: niet alleen om hun producten te verkopen of te produceren, maar ook om er onderzoek te doen. Maijers: “Marokko is een interessant land voor de research & development van veel Nederlandse bedrijven. Dat heeft alles te maken met het klimaat en het watervraagstuk dat in meer regios in de wereld speelt.”

Zowel de Marokkaanse als de Nederlandse overheid hebben dus belang bij het verduurzamen en professionaliseren van de tuinbouw in Marokko. Daarom zijn verschillende samenwerkingsovereenkomsten gesloten op ministerieel niveau maar ook tussen kennisinstellingen. Daarbij zijn onder meer de Nederlandse landbouwattaché en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heel actief betrokken: de samenwerking valt binnen de Impactcluster Regeling van RVO. 

Daarnaast zijn er met enige regelmaat handelsmissies uit Marokko naar Nederland; zo bezochten in februari vertegenwoordigers vanuit onder meer het Marokkaanse onderwijs de Greenport. De vijftien Marokkaanse deelnemers aan de inkomende missie bezochten bedrijven zoals Priva en Kubo, kennisinstellingen en het World Horti Center. Landbouwattaché Jaap Satter vertelde er niet over te twijfelen: de samenwerking krijgt echt vorm. 

Wat doe je als eerste?

Een belangrijke stap in het verduurzamen en professionaliseren is het inrichten van een cluster. Ofwel: een organisatievorm waarbij onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven elkaar weten te vinden, gesteund door de overheid. Zo zagen Maijers en Kouwenhoven tijdens een bezoek aan Marokko dat de landbouwuniversiteit in Rabat een kas bouwt voor onderzoek naar het verduurzamen van de tuinbouw. Maar wat er precies onderzocht zou moeten worden, daarvoor zou de universiteit moeten samenwerken met het bedrijfsleven.

Kouwenhoven: “Een belangrijk onderdeel bij de ontwikkeling van een cluster is de volgordelijkheid. Dus: wat doe je als eerste? Leid je eerst mensen op voor een baan in de mid tech-tuinbouw, terwijl er die banen nog niet beschikbaar zijn? Of zorg je er eerst voor dat bedrijven nieuwe kassen neerzetten, terwijl ze geen mensen hebben die daarmee kunnen werken.”

10.000 hectare

Een andere belangrijk onderdeel is: het betrekken van de bedrijven. Die zijn nog niet gewend aan samenwerken met onderwijsinstellingen. Vaak zijn het bedrijven met enorme oppervlaktes. Zo bezochten Maijers en Kouwenhoven een teler van zacht fruit met – verspreid over Marokko – 10.000 hectare aan plastic kassen. Ter vergelijking: in heel Nederland is de oppervlakte kassen ongeveer net zo groot.

Maijers: “Die bedrijven zijn belangrijk voor Marokko voor onder meer de export en de werkgelegenheid. Er is de overheid veel aan gelegen de sector te professionaliseren. Maar daarvoor heb je de juiste mensen nodig. Maar nu zijn er in Marokko bijvoorbeeld nog geen bedrijven die weten hoe een klimaatinstallatie in een kas zou moeten werken: dat werk wordt nu gedaan door bedrijven die gespecialiseerd zijn in klimaatinstallaties in gebouwen en huizen.”

Kouwenhoven: “Er zijn veel uitdagingen voor de Marokkaanse tuinbouw, zoals water en gewasbescherming. Maar dat heeft ook een sociaal component: het opleiden van nieuwe medewerkers of Leven Lang Ontwikkelen heeft sociale impact. Het raakt immers het leven van de mensen daar. Daarom moet je de ontwikkeling van een cluster zorgvuldig organiseren.”Voor de ontwikkeling van een Marokkaans cluster is LDE gevraagd; de samenwerking tussen de universiteiten van Leden, Delft en Rotterdam. Vanuit die samenwerking zijn ook Hogeschool Inholland en Greenport West-Holland betrokken. 

Maijers: “Feeding & Greening the Mega-cities is de strategie van Greenport West-Holland. Internationalisering is een van de drie pijlers. En door de sterke band tussen Nederland en Marokko is het logisch dat we vanuit de Greenport actief meedenken en meewerken aan de ontwikkeling van een sterk cluster in Marokko.”

4 studenten van Inholland gaan de komende weken aan de slag met de vraag hoe  Nederlandse tuinbouwondernemers kijken naar de kansen die Marokko voor de Nederlandse tuinbouw biedt. 

 



Pin It on Pinterest