Jaarplan 2024

Een fascinerende vraag: hoe ziet de Greenport er over 30 jaar uit? Zijn alle medewerkers dan vervangen door drones en robots? Worden er alleen nog maar voedingstoffen geproduceerd? En krijgen telers teeltinformatie via geïmplanteerde RFID-chips? Tijdens de bijeenkomst ‘Horticulture in transition’ op 11 juli doken tientallen deelnemers in de toekomst van de tuinbouw. “De kas van de toekomst is connected!” 

‘Horticulture in transition’ was een initiatief van Provincie Zuid-Holland, ministerie van Infrastructuur & Milieu en de GreenportWO. En dient o.a. als input voor het Bestuurlijk Overleg MIRT Zuidvleugel. Zo’n 55 professionals – van ondernemers tot adviseurs – togen naar het schitterende Lijm en Cultuur in Delft, een voormalige fabriek van lijm en gelatine. In een van de oude hallen werden ze uitgedaagd om samen aan de slag te gaan met zich voorbereiden op de toekomst.

Bram du Saar, projectleider MIRT bij het ministerie van I&M, nam de aftrap. Wat zal de toekomst brengen, vroeg hij zich hardop af. Produceert de tuinbouw in 2040 personalized food? Wordt er geteeld in biospheres? Of wordt de supermarkt de concurrent van de toekomst? “Vandaag gaan we op zoek naar beelden: hoe ziet u de toekomst van de tuinbouw?”

Welk beeld dat ook oplevert, op weg naar de toekomst zal samenwerking centraal moeten staan, aldus Du Saar. “Het gaat niet om Survival of the Fittest of Survival of the Strongest, maar om Survival of the Most Integrated. Ofwel: wie werkt het beste samen met zijn buren en netwerken?”

Horticulture in transition

Hoe voeden we de mega-cities?

Grote steden worden cruciaal voor de toekomst van de tuinbouw, vertelde Martin van Gogh, CEO van Hoogendoorn. De bevolking van deze mega-cities (met minimaal 10 miljoen inwoners) moet namelijk gevoed worden. Een duidelijke koers voor de Nederlandse tuinbouw, aldus Van Gogh: de sector zou zich moeten richten op de West-Europese mega-cities, als thuismarkt

Dit vraagt om vindingen op het gebied van tal van disciplines en om een model. Dit model zou de sector vervolgens kunnen verkopen aan andere internationale steden. “Vergelijk het met de watersector. Als New Orleans overstromingen zijn, dan wordt geroepen: Bring in the Dutch!”

Derde onderdeel van Van Goghs visie – die de naam ‘Feeding & Greening Mega-cities’ draagt – bestaat uit kennis en innovatie. “Nederland moet weer nummer 1 worden. We dreigen namelijk op dit punt de slag te verliezen.” Zo zou de sector moeten werken aan kennis op het gebied van circulair energieverbruik, gezonder leven en plantinhoudstoffen.

Bekijk de ontwikkeling van de Mega-cities in een interactieve plattegrond van The Economist

Kapot maken

Richard van Hooijdonk is futuroloog en trendwatcher. Hij nam de aanwezigen in een flitsende presentatie mee naar de wereld van morgen. Technologie is de ‘driver’ van de nieuwe ontwikkelingen. Fenomenen als big data, sensoren, drones, predictive shipping (dus weten wat de klant bestelt voordat die dat zelf weet), robots en chips (Van Hooijdonk heeft als test zelf een RFID laten implanteren) zijn in de toekomst gemeengoed.

Dat zal op alle fronten gevolgen hebben voor de tuinbouw. Zo zullen medewerkers vervangen zijn door robots. Alles wordt met internet verbonden. “De kas van de toekomst is connected.” En het is helemaal geen gekke gedachte dat een bedrijf van buiten de sector de macht overneemt. Dat kan snel gaan volgens Van Hooijdonk: “Spotify bestond zes jaar geleden nog niet. AirBnB ook niet, net als Uber.”

Zijn tip: maak veel fouten, want alleen dan heb je de kans dat je wél een succesvolle innovatie bedenkt. En vraag een clubje jongeren om jouw bedrijf kapot te maken. Zo voorkom je dat iemand anders dat doet…

Aan de slag!

Genoeg geluisterd. De deelnemers aan ‘Horticulture in transition’ moesten aan de slag. In kleine groepjes werd gediscussieerd over de toekomst van de tuinbouw: welke technologieën zullen doorslaggevend zijn, wat zijn de nadelen, wat moeten individuele bedrijven doen om te overleven en hoe zien bedrijven eruit in 2030?

Horticulture in transition

Aan de tafels in de fabriekshal van Lijm en Cultuur werd fanatiek gediscussieerd. Veel stellingen, veel vragen.

  • Er zal veel meer op afstand worden geteeld: daarvoor moet Nederland het Centre of Excellence zijn.
  • Hoe kun je kennis verkopen?
  • Als de komende tien jaar meer verandert dan de afgelopen honderd jaar, hoe kan ik dan voorspellen hoe een bedrijf er over dertig jaar uitziet?
  • Wat is de verbinding tussen een kas en de stad?

 

Klaar voor de toekomst

Na het diner mochten alle groepen hun antwoorden presenteren. Iedereen was ervan overtuigd: de sector zal niet meer hetzelfde zijn. Onder meer sensoren, drones, robots en big data werden vaak genoemd als doorslaggevende technologieën. Het belangrijkste nadeel van die ontwikkelingen: wat doen we met alle medewerkers die de sector niet meer nodig heeft?

Dagvoorzitter Etwin Grootscholten (Provincie Zuid-Holland en programmateam Greenport) noemde een rode draad tijdens zijn afsluiting: “De grootste vraag is: wat doet de mens in de toekomst? Die vraag kan de sector niet alleen oplossen; daarvoor moet met overheden worden samengewerkt.”

De toekomst is dus nog gehuld in veel vragen. Maar hoe dan ook: de toekomst wordt historisch, voorspelde Van Hooijdonk. “Vandaag zijn jullie uit je comfort zone gestapt. Door na te denken over de toekomst krijg je een andere mindset. Houd die vast en zet door! Want je moet klaar zijn voor de toekomst. En geloof me: de toekomst wordt zo gaaf!”



Pin It on Pinterest