Programma: Campusstrategie
Toelichting programma:
Greenport West-Holland is in staat om de wereld te voeden en te vergroenen door de unieke combinatie binnen het cluster van veredeling, teelt, techniek, handel en verslogistiek. Dit vraagt om permanente kennisontwikkeling, innovatie en een scherpe focus op ontwikkeling van talent dicht bij ondernemers en andere partners in het Greenport- cluster. Deze basis maakt het mogelijk om de drie Greenport-ambities waar te maken en internationaal concurrerend te blijven.
Om systeemdoorbraken te realiseren is er behoefte aan nieuwe kennis, innovatie en talent. Hiervoor is samenwerking tussen bedrijven, onderzoek en onderwijs nodig. Dit gebeurt al onder meer op de drie campussen in de regio:
- Dutch Fresh Port: Focus op internationale vershandel en verslogistiek voor groenten en fruit
- Horti Science Park: Focus op plantgezondheid, weerbare gewassen en groene digitalisering
- World Horti Center/Flora Campus: Focus op techniek, teelt en gezondheid
De afgelopen jaren is op en rond deze campussen al veel bereikt. Toch zijn er nog verbeteringen nodig en mogelijk. Het werken aan een compact en snel functionerend ecosysteem rondom kennis, innovatie en talent is het kerndoel van de Greenport-campusstrategie.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
Om de huidige concurrentiepositie van ondernemers te kunnen waarborgen is een permanent proces nodig rondom innovatie, kennis en talentontwikkeling. De ambitie om te komen tot een circulaire Greenport vraagt om extra investeringen in kennisprogramma’s en faciliteiten om systeemdoorbraken te realiseren. De verschillende thematische programma’s kunnen uitgewerkt worden als challenges. Hierdoor worden de cursisten, studenten en docenten van de opleidingsprogramma’s en maatwerkcursussen en –trainingen uitgedaagd.
Welke ontwikkelingen zien we?
Er wordt fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van de drie campussen. Er is een veelheid aan initiatieven: hierbij is verbinding en focus nodig, zodat versneld kan worden. Hiervoor is wellicht kennisketenomkering nodig met een parallelle ontwikkeling: wat is nodig vanuit de bedrijven om de (systeem)innovaties te realiseren? Een andere ontwikkeling is de schaalvergroting bij bedrijven die steeds meer een stevige eigen R&D-agenda hebben en (inter)nationaal kennis en talent ophalen. Private equitypartijen investeren steeds meer in innovatieve, toekomstbestendige bedrijven. Daarmee staat het open-innovatiemodel onder druk en is het zoeken naar nieuwe verhoudingen.
Daarnaast wordt in regionale fieldlabs gericht gezocht naar nieuwe oplossingen. Deze fieldlabs worden meer en meer verbonden met de campussen. Hierbij zijn extra faciliteiten nodig voor onderzoek en leren, zoals het Fieldlab Kas voor de Toekomst en faciliteiten voor start-ups en scale-ups.
Een laatste belangrijke ontwikkeling is de complexiteit van de vraagstukken. Dit vraagt om een holistische, systemische aanpak: Alleen slimme samenwerking geeft snelheid in de ontwikkeling en implementatie. De campussen als clubhuis en kennishub brengen mensen bij elkaar.
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma?
Greenport West-Holland heeft de afgelopen jaren met het Innovatiepact, het Katapult-programma en 170 projecten en programma’s een positie ontwikkeld die het mogelijk maakt om de verschillende campusinitiatieven te ondersteunen. Goede regionale samenwerking en een aanpak gericht op ondernemers bieden de mogelijkheden om met elkaar een krachtige positie in te nemen in het wereldwijde innovatie-ecosysteem. Zo kunnen we talent, kennis en kapitaal aantrekken.
Om koploper in kennis en innovatie te blijven faciliteert Greenport West-Holland de campuspartners om het bestaande samenwerkingsmodel verder door te ontwikkelen, bijvoorbeeld door samen te werken aan grotere subsidieprojecten (zoals Katapult). Greenport Horti Campus (GHC) is daarbij een samenwerkend campusecosysteem. De praktische uitvoering van de ambities en programma’s ligt vooral in de campussen.
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
- Een herkenbaar profiel voor iedere campus, en een gezamenlijke profilering als regio
- Een gedragen campusstrategie waar stakeholders en duidelijke plek hebben en elkaar versterken
- Een consistent kennis, innovatie en leerprogramma om doorbraakinnovaties te realiseren
- Een talentontwikkelprogramma o.a. met challenges om studenten en cursisten te binden aan systeem-doorbraken
- Strategie en uitvoeringsprogramma voor start-ups en scale-ups (in verbinding met de bestaande incubators)
- Een ‘business driven’ innovatie-ecosysteem met heldere afspraken met de instellingen
- Faciliteiten voor onderzoek, innovaties maar ook voor Leven Lang Ontwikkelen en de Horti Academy
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
Binnen de huidige campussen werken de volgende partners samen:
- Dutch Fresh Port Campus (DFP): 10 bedrijven, MBO Barendrecht (Lentiz in samenwerking met Albeda en Da Vinci), Inholland, Hogeschool Rotterdam, LDE en andere onderwijspartijen, gemeente Barendrecht, gemeente Ridderkerk.
- Horti Science Park (HSP): 400 bedrijven, Delphy, Improvement Centre, MBO Oostland (Lentiz in samenwerking met Albeda en Mondriaan), Inholland, Haagse Hogeschool, LDE en Wageningen University & Research (inclusief de ‘Club van 100’), Startlife, YES!Delft, Horti Science Innovation Centre, Gemeente Lansingerland. Het Fieldlab Vertical Farming (voor alle drie de Campussen).
- Flora campus / World Horti Center (WHC): 125 bedrijven (de participanten), Vertify, MBO Westland (Lentiz, Albeda en Mondriaan), Inholland, Haagse Hogeschool, Universiteiten Leiden/Delft/Erasmus (LDE) en gemeente Westland. Onderdeel daarvan is de huidige Learning Community met de samenwerking tussen Vertify, WHC Expo, Lentiz (MBO), Inholland (HBO), LDE. Private initiatieven zoals Tomatoworld en Horti Heroes. Inmiddels zijn er plannen om het gebied rondom WHC verder door in te ontwikkelen tot de Flora Campus met een onderwijstoren, vakcollege en Fieldlab Kas voor de toekomst.
- Algemeen (zonder compleet te zijn): InnovationQuarter, Provincie Zuid-Holland, Rabobank, Flynth, TNO, Agtech Institute (TU Delft), SIGN, Accez, Glastuinbouw Nederland, GroentenFruit Huis, AVAG, Plantum. De (grote) tech bedrijven en veel teeltbedrijven hebben ook R&D faciliteiten die ingezet kunnen worden.
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
De belangrijkste KPI’s voor campussen zijn:
- Aantal samenwerkingsverbanden
- Aantal en kwaliteit van opgeleverde innovaties en octrooien
- Aantal publicaties voor inzicht in de onderzoeksoutput en de wetenschappelijke impact van de campus
- Aantal studenten, bedrijven en onderzoekers
- Kwaliteit van educatie en tevredenheid van studenten, reputatie-effect
- Financiële prestaties: budget, fondsenwerving, investeringen in faciliteiten, inkomsten uit onderzoek en onderwijs.
- Impact op de lokale gemeenschap: maatschappelijke en economische impact van de campus.
- Netwerk en bereik: aantal conferenties, workshops en andere netwerkevenementen.
- Toegankelijkheid en kwaliteit van infrastructuur en faciliteiten voor het aantrekken van toponderzoekers en bedrijven.
Mathijs Koper
Programmamanager
‘We zijn een cruciale schakel in de regionale transitie naar een duurzame leefomgeving.’