Greenport Horti Campus

Bart van Meurs en Leen van Leeuwen van Koppert Cress/Division Q zijn de winnaars van de WKO Duurzaamheid Award 2023. De twee ontvingen de onderscheiding voor de manier waarop zij zich inzetten voor hun WKO-systeem en de promotie van bodemenergie in het algemeen. Van Meurs en Van Leeuwen kregen de prijs op donderdag 11 mei uit handen van professor Annelies Huygen tijdens het Nationaal Symposium Bodemenergie in Utrecht. 

De uitreiking van de WKO Duurzaamheid Award is een vast onderdeel van het jaarlijkse symposium. Genomineerden voor deze prijs zijn professionals die zich met toewijding inzetten voor hun WKO-systeem en actief bezig zijn met het delen van hun kennis. Op deze manier zorgen zij dat het imago van warmte- en koudeopslag verbetert. Ook helpen zij met hun bijdrage om bodemenergie een stevig onderdeel te maken van de doelstellingen in het Energieakkoord. Het was dit jaar de zevende keer dat de prijs werd uitgereikt. Prof. Dr. Annelies Huygen, hoogleraar Ordening van energiemarkten aan de Universiteit van Utrecht, verzorgde deze uitreiking in het a.s.r. hoofdkantoor in Utrecht.

Verduurzaming in de glastuinbouw

Van Meurs en Van Leeuwen, productontwikkelaar en beheerder bij Division Q, het technologiebedrijf van Koppert Cress, zijn geen onbekenden van de WKO Duurzaamheid Award. In 2018 werden de twee ook al eens genomineerd. Het duo maakt op een zeer onderscheidende manier gebruik van bodemenergie, waarbij vooral Van Meurs ook voor innovaties op dit gebied zorgt. Dankzij hen speelt Koppert Cress een prominente rol op het gebied van verduurzaming in de glastuinbouw. Om die reden werden de twee dit jaar opnieuw genomineerd, en mochten zij de prijs dit jaar ook mee naar huis nemen. ‘Van Meurs en Van Leeuwen zijn grote drijvende krachten binnen de toepassing van bodemenergie in de glastuinbouw’, oordeelde de jury.

Volledig emissieloos telen

Op verschillende manieren zetten Van Meurs en Van Leeuwen zich in voor optimale verduurzaming binnen Koppert Cress. Het bedrijf maakt bijvoorbeeld gebruik van Hoge Temperatuur Opslag (HTO) en onttrekt warmte aan alles wat een bijdrage kan leveren, zoals de lucht, het water, de motoren in de koelcel, het kantoor en de kas. Ook geothermie ligt in het vooruitzicht. De volgende stap voor Koppert Cress is om volledig emissieloos te gaan telen.

Samenwerken met Division Q

Van Meurs en Van Leeuwen willen niet alleen hun eigen bedrijf, maar de gehele sector helpen om verder te verduurzamen. Het bedrijf gaat bijvoorbeeld ook samenwerkingen aan met veelbelovende startups. Dat is de reden dat Koppert Cress in 2022 zelfs een aparte divisie oprichtte, waarmee ze ook de rest van de tuinbouwsector wil helpen en inspireren. Deze nieuwe organisatie, Division Q, richt zich onder leiding van Van Meurs op technische innovaties die de hele sector kunnen verduurzamen.

Radboud UMC

Ook de twee andere genomineerden zetten zich actief in voor hun eigen WKO-systeem en voor bodemenergie in het algemeen. Aat Builtjes werkt als strategisch energieadviseur en voorzitter van het WKO-team bij het Radboud Universitair Medisch Centrum (UMC) in Nijmegen. Samen met zijn collega’s zet hij zich in om de campusbrede WKO-installatie van het academisch ziekenhuis optimaal te laten draaien. Daarnaast deelt hij de kennis uit zijn werkzaamheden maar al te graag. Zijn belangrijkste boodschap? “Durf ook buiten je eigen gebouwen en terreinen te kijken.”

Wageningen University & Research

De andere genomineerde is Wim Bruins, coördinator Meet- en Regeltechniek bij Wageningen University & Research. Een reden voor zijn nominatie is de manier waarop hij altijd boven op de laatste innovaties zit, en deze ook in de praktijk weet toe te passen. Het eigen WKO-systeem optimaliseert hij door middel van intensief monitoren en bijsturen op basis van de weersverwachting. Ook het op strategische momenten laden en de overgang naar ‘gasloos’ zet hij zodanig effectief in dat de warmte- en koudebalans na de omzetting van de gebouwen naar warmtepompen bewaakt blijft. Tot slot is Bruins actief bezig met kennisdeling door contacten met andere universiteit en het voorlichten van interne collega’s.



Pin It on Pinterest