Greenport Horti Campus

Over enkele maanden mag Nederland weer naar de stembus. De tuinbouw hoopt vanzelfsprekend dat het nieuwe kabinet de sector welgezind is. Maar om die wens kracht bij te zetten zou de tuinbouw een duidelijke agenda moeten hebben, een plan voor de toekomst. Daarom is het hoog tijd voor een NL Next Level Greenports, vertelt Bert Mooren, directeur van VNO-NCW West. 

Enkele maanden geleden lanceerden VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland de campagne NL Next Level. Met onder meer een visiedocument, een campagnefilm en bijeenkomsten willen de ondernemersverenigingen de politiek bewegen zich meer in te zetten voor ondernemers.

NL Next Level vertelt voor welke uitdagingen Nederlandse ondernemers staan, waaronder de energietransitie, internationalisering en digitalisering. Mooren: “Die transities zijn heel ingrijpend en kunnen we uitsluitend met elkaar realiseren: bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen.” Daarom stellen VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland acht investeringsprogramma’s voor, zoals ‘De nieuwe Sustainable Delta met een vitale plattelandseconomie’ en ‘NL De Energietransitie: de groene motor’.

De timing van NL Next Level is niet toevallig: over enkele maanden zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Nu is dus het moment om bij de politieke partijen aandacht te vragen voor het ondernemerschap in Nederland. Bert Mooren, directeur van VNO-NCW West: “Met NL Next Level doen we voorstellen om te investeren in de toekomst van Nederland.”

Verdienvermogen van de tuinbouw

NL Next Level is een brede visie: het gaat over alle ondernemers in Nederland. Maar het zou goed zijn als er een programma met projecten komt vanuit de Greenports, vertelt Mooren. Wie steun wil van de politiek moet namelijk een stip aan de horizon hebben.

In die toekomstvisie van de tuinbouw zullen volgens Mooren onder meer de energietransitie, agrologistiek, kennis en innovatie centraal staan. “Over een aantal jaar exporteren we geen paprika’s meer, maar kennis. En niet alleen kennis over de paprika, maar over de hele keten. We moeten dus kennis als integraal product verkopen. Nederland als nummer 1 in de wereld op het gebied van tuinbouwkennis, dat is de stip op de horizon.”

Namen en rugnummers

Met de toekomstvisie zullen binnen de tuinbouw weinigen het oneens zijn. Maar nu is het zaak uitvoeringskracht te realiseren, aldus Mooren. Ofwel: ervoor zorgen dat daadwerkelijke stappen gezet worden. “Er wordt veel gepraat. Maar we hebben behoefte aan concrete, robuuste projecten met namen en rugnummers.”

Daarom werkt VNO-NCW West samen met de vier Greenports in Zuid- en Noord-Holland (het gebied van VNO-NCW West) en de ministeries Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken mee aan een nationaal programma Greenport 3.0 om de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse tuinbouw te versterken. Projecten die passen binnen die visie staan daarbij centraal. “Bijvoorbeeld: de tuinbouw kan CO2 gebruiken uit de havens. Dat zal ze geld besparen en is goed voor het milieu. Maar dan moet de overheid wel de infrastructuur aanleggen.”

Stip aan de horizon

Ruim tien jaar geleden schreef toenmalig VNO-NCW Westland-voorzitter Nel van Dijk de visie ‘De tuinbouw in 2020′. Daarin stond de visie op de toekomst van de sector. De wereld is in de tussentijd flink veranderd. Daarom zou volgens Mooren een nieuwe visie geschreven moeten worden, samen met de Greenports.

Door zo’n programma begrijpen politieke partijen dus beter wat het belang is van de tuinbouw, hoe de toekomst eruit ziet is en wat de route naar die toekomst is. Dit programma moet vooral gevormd worden door ondernemers, aldus Mooren. “Zo’n visie moet vanuit de ondernemers komen. Zij moeten aangeven waar hun stip aan de horizon ligt.”

Op basis hiervan kan ondersteuning wordt gevraagd aan de overheid. “Dat kan zijn in de vorm van kredieten, afstemming op het gebied van agrologistiek, buitenlandse marketing en ondersteuning van buitenlandse handel. Maar dat betekent niet dat we daarop moeten wachten. Een ondernemer die wacht op de overheid is geen goede ondernemer.”

Krachten bundelen

Mooren: “VNO NCW-West wil de verbindende rol zijn tussen de Greenports. Dat doen we bijvoorbeeld ook bij Foodpower; een groep ondernemers in de voeding uit Westland, Oostland, Barendrecht/Ridderkerk en Rotterdam. En de A12 Corridor voor logistieke bedrijven waaraan we werken met een aantal gemeentes en de provincie is ook een voorbeeld van hoe je krachten kunt bundelen.”

De Greenportagenda zal ook een duidelijke plaats krijgen in NL Next Level van VNO-NCW. Enige haast is geboden, weet ook Mooren. De verkiezingen en verkiezingscampagnes laten zich immers niet verzetten. Maar NL Next Level is niet alleen gericht op 15 maart 2017; het is een levende toekomstvisie en een voortdurende campagne. “Samen werken we aan een duurzaam, concurrerend en innovatief Nederland.”



Pin It on Pinterest