Werkboek Oostland is een samenwerkingsverband van de gemeenten Zuidplas, Waddinxveen, Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland en de provincie Zuid-Holland. Hierin werken zij samen aan een duurzame, gezonde en vitale regio voor in de toekomst. Aan het woord is Etwin Grootscholten, werkzaam bij de Provincie Zuid-Holland. In het kader van het Werkboek Oostland houdt hij zich bezig met tuinbouwjongeren. “Tuinbouw raakt het leven van mensen op alle vlakken en jongeren vormen de toekomst daarvan.”
Kun je iets over jezelf vertellen?
“Mijn naam is Etwin Grootscholten, 52 jaar en woon in Midden-Delfland. Mijn achternaam komt vaak voor in de tuinbouwsector en ik ben ook opgegroeid in een tuinbouwfamilie. Als senior bedrijfsmedewerker werk ik bij Economische Zaken bij de provincie Zuid-Holland. Hier houd ik mij voornamelijk bezig met de tuinbouw. En wel aardig te vermelden: afgelopen jaren was ik de provinciedichter van Zuid-Holland. Jaarlijks schreef ik een aantal gedichten over zaken die in de provincie speelden. En natuurlijk heb ik ook een paar keer over de tuinbouw geschreven.Hier heb ik een gedicht opgedragen voor de Westlanders.”
Hoe voel jij je verbonden met Oostland?
“Provincie Zuid-Holland heeft veel glastuinbouw, en dus ook beleid daarop. In 2016 hebben we het Werkboek Westland opgezet: dat beschrijft welke kansen er liggen voor modernisering, energietransitie en bereikbaarheid van het gebied. Vervolgens hebben we ook een Werkboek Oostland opgesteld. Ik ben daarbij verantwoordelijk voor het onderwerp Tuinbouwjongeren. Voor mij is er niks mooiers dan met jongeren werken. Zij staan voor enorme uitdagingen in de tuinbouwsector. Via Werkboek Oostland kan ik hen ondersteunen in de voorbereiding daarvan. Hierdoor worden zij en de tuinbouwsector toekomstbestendiger.”
Hoe ziet de uitwerking van het thema Tuinbouwjongeren eruit?
“We werken met een groepjongeren die in de tuinbouw werken of het bedrijf van hun ouders gaan overnemen. Met elf sessies onderzoeken we: wie ben jij, wat past bij jou en wat ga je doen met jouw bedrijf? De focus ligt echt op de ontwikkeling van de jonge ondernemers, en daarmee de toekomst van het tuinbouwbedrijf. Thema’s die we behandelen zijn relevant voor hun eigen situatie: bijvoorbeeld internationalisering. goed werkgeverschap, modernisering en duurzaamheid. Dit raakt het leven van mensen op alle vlakken. Daarom zijn dit voor mij de belangrijkste vraagstukken in de wereld. Mijn drijfveer is dat alles draait om de mens. In alles wat we doen, beïnvloeden we elkaar en daarvoor moeten we elkaars taal spreken. Daarom vind ik het mooi dat ik projectleider mag zijn.”
Hoe zie jij de toekomst van de Oostland-regio?
“De toekomst is aan de jongeren: zij vormen de toekomst van het Oostland. Wij geven hen enkel de handvatten die zij nodig hebben om de toekomst vorm te geven. Als zij het tuinbouwbedrijf overnemen van hun ouders, krijgen ze te maken met de overheid. Hoe ga je daarmee om? Er verandert veel in de wet- en regelgeving, alleen al als het gaat om duurzaamheid. Je wilt nu bijvoorbeeld wel duurzaam telen, maar je kunt niet van de ene op de andere dag van het gas af.
Het tuinbouwbedrijf van je ouders lijkt niet op het tuinbouwbedrijf dat een jongere runt over dertig jaar. Ontwikkelingen gaan steeds sneller. Als je als jonge tuinder overeind wilt blijven staan, moet je meebewegen met deze ontwikkelingen. Vroeger was vier hectare paprika’s genoeg om van te leven, tegenwoordig niet meer. Wat is dan rendabel? Je kunt paprika’s verhuizen naar meer hectares in New Delhi of overstappen op zacht fruit. Maar je kunt ook nadenken of je wel moet willen blijven telen in een gebied, of juist een andere invulling wilt geven, bijvoorbeeld recreatie, of wonen. Dan kom je weer bij overheden terecht.”
Waar mogen we je ’s nachts voor wakker maken?
“Nergens voor. Laat mij maar slapen. Behalve dan als één van de jongere ‘s nachts in de problemen zit, dan mag hij aanbellen en een nachtje blijven slapen.”
