Programma 2025-2030
Introductie
De tuinbouw en verslogistiek in de regio West-Holland horen bij de wereldtop. We zijn mondiaal koploper op het gebied van duur- zaamheid en innovatie, met een uitstekende reputatie. Wat onze sector uniek en sterk maakt, is de samenwerking tussen onderzoek, onderwijs, bedrijven en overheden op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Binnen de regio werkt het gehele ecosysteem samen: ondernemers, overheden en kennisinstellingen (onderwijs- en onderzoeksinstellingen). Samen vormen ze de triple helix-organi- satie Greenport West-Holland, met als doel het starten, versterken, verbinden en behouden van samenwerkingen binnen het eco- systeem.
Greenport West-Holland werkt, samen met haar partners, aan complexe transities in het tuinbouwcluster. Een transitie is niet iets voor later, het is ook een kwestie van nu handelen en keuzes maken. Dat vraagt om verbinding op een aantal niveaus. Verbinding binnen onze organisatie, door programma’s en projecten multidisciplinair op te pakken. Verbinding in ons cluster met onze organisatie; met nieuwe kennis, sectoren en regio’s. En vooral om verbinding met de samenleving. Wij zijn onderdeel van de maatschappij. Als cluster én als organisatie moeten we krachtig communiceren over onze activi- teiten, onze ambities en onze impact. Welke resultaten we boeken en voor wie.
De tuinbouwtoekomst in West-Holland vormgeven is geen gemak- kelijke opgave. Maar wel een gezamenlijke en een noodzakelijke. We moeten ‘verbinden, versnellen en vernieuwen’. Dat doen we onder meer door de mooie initiatieven binnen het tuinbouwcluster samen te brengen, zodat geen zaken dubbel gedaan worden. En samen met onze partners, ons netwerk en met een gedreven en deskundig team geven we vorm en inhoud aan gemeenschappelijke doelen.
Greenport West-Holland heeft drie ambities geformuleerd voor de weg die de tuinbouw daarin aflegt (meer over deze ambities en de uitwerking voor de komende vijf jaar leest u verderop):
• Op weg naar een Circulaire Greenport
• Een Samenhangend en Betekenisvol Ruimtelijk Economisch Cluster
• Leidend in Kennis & Innovatie
Teamwork makes the dream work
Ik ben trots op het programma dat hier voor u ligt. Samen met een deskundig team van betrokken mensen is hard gewerkt om onze ambities en programma’s op papier te krijgen.
Ik doe aan alle partners en betrokkenen bij het glastuinbouwcluster de handreiking om samen met ons de programma’s op te pakken en zo te komen tot mooie resultaten op weg naar een toekomstbestendige greenport.
Angelique de Wit
Directeur Greenport West-Holland
De missie van Greenport West-Holland
Greenport West-Holland is een toonaangevende regio, een organisatie en een ecosysteem. De regio is de grootste Greenport in Nederland en onderscheidt zich door de aanwezigheid van alle spelers in het tuinbouwcluster – van veredelingsbedrijven, toeleveranciers, teeltbedrijven tot kennisinstellingen. Tevens is de regio koploper in Europa op het gebied van verslogistiek.
De missie van de Greenport-organisatie is door samenwerking en kennisdeling binnen de triple helix een gezonde en duurzame toekomst voor de tuinbouw te waarborgen én te zorgen voor innovatieve oplossingen die bijdragen aan het voeden en vergroenen van grootstedelijke gebieden, ofwel: ‘Feeding and Greening the Megacities’. Dit doen we door binnen de triple helix met een groot aantal partners samen te werken.
De visie van Greenport West-Holland
Greenport West-Holland werkt aan een toekomst waarin we ons niet alleen inzetten voor tuinbouw en verslogistiek, maar ook de verbinding met de maatschappij versterken. De Greenport is hierbij een icoon van de nieuwe circulaire, digitale economie.
We streven naar een efficiënte en duurzame productie, handel en logistiek van fruit, groenten en sierteelt, maar dragen ook substantieel bij aan de gezondheid van mensen. We combineren economisch succes met positieve maatschappelijke impact, waarbij sociale en ecologische waarden centraal staan. Hiervoor organiseren we kennisdeling en innovatie, door intensief samen te werken met overheden, bedrijven en kennisinstellingen. De hoge mate van kennisintensiteit en kennisintegratie in ons cluster is immers een van de succesfactoren van onze koppositie. Zo vergroten we ons vermogen om duurzame oplossingen te ontwikkelen voor de maatschappij én voor een toekomstbestendig tuinbouwcluster.
Veranderende wereld
De wereld om ons heen verandert. Het gaat hierbij om ontwikkelingen bij verschillende onderwerpen en niveaus. Europese en landelijke politiek zijn van invloed op onze omgeving en ons cluster. De toenemende maatschappelijke druk kan een bedreiging vormen voor de ontwikkeling van de sector. Als ecosysteem moeten we dus blijven bouwen aan maatschappelijke acceptatie, onze ‘licence to produce’. Dat doen we niet alleen, maar samen met andere organisaties en stakeholders binnen onze regio.
De ruimte is beperkt. Veel functies ‘strijden’ om de ruimte die beschikbaar is, zoals wonen, natuur, recreatie en bedrijvigheid, glastuinbouw, handel en logistiek. Een slimme en verantwoorde inrichting van de beschikbare ruimte is belangrijk voor de verbinding met de maatschappij.
Initiatieven worden getoetst aan de hand van de Brede Welvaarts-indicatoren van het Rijk en worden alleen uitgevoerd als er een aantoonbare maatschappelijke impact is. Met grote uitdagingen op het gebied van Human Capital moeten organisaties in staat zijn om te kunnen investeren in groei en modernisering van het cluster. Dit vereist een gezond economisch klimaat en vertrouwen van financiers in de toekomstbestendigheid en duurzame ontwikkeling van de sector.
Tegelijk is dit het tijdperk van een exponentiële groei van technische mogelijkheden en toepassingen. Nieuwe innovaties maken de tuinbouw en de verslogistiek toekomstbestendig. De toekomst vraagt dan ook niet om optimalisatie van processen, maar om flexibele werkwijzen, vernieuwende denkbeelden en systeemdoorbraken. Dat heeft alles te maken met de wereld waarin we leven. De wereld verandert snel en is vluchtig, onzeker, complex en dubbelzinnig. Dit wordt ook wel VUCA genoemd: Volatile, Uncertain, Complex en Ambiguous.
Onze werkwijze
De veranderende wereld vraagt om organisaties die niet star georganiseerd zijn, maar juist flexibel en toekomstgericht zijn. Die denken in perspectieven en oplossingen. Die vanuit de toekomst én vanuit huidige uitdagingen de strategie bepalen. Greenport West-Holland is een organisatie die snel en wendbaar opereert. Dat komt door de wijze van organiseren, door de steun vanuit de triple helix en door landelijke samenwerking en afstemming met de andere Greenports.
Opereren in de VUCA-wereld vraagt veel van de deelnemers. Het vraagt om verbreding van de vaardigheden om te kunnen handelen in de eigen organisatie, maar ook in de samenwerking met onze partners. Het vraagt om nieuwe samenwerkingsvormen, andere processen en nieuwe allianties.
Dit vijfjaren-programma is dus geen plan dat af is; het is een kader waarin we denken, doen en bijsturen. We zijn flexibel in hoe we onze doelen gaan bereiken. Dat doen we samen met onze partners, ons netwerk en met een gedreven en deskundig team.
Hoe doen we dit?
We werken aan transities in de tuinbouw door: ambities, programma’s & projecten.
Ambities (20-25 jaar): Onze opgestelde ambities dienen als langetermijndoelen om de missie & visie van Greenport West-Holland te concretiseren.
Programma’s (5-10 jaar): Binnen elke ambitie is een aantal programma’s geformuleerd. Deze staan niet los van elkaar, maar dragen in samenhang bij aan de ambitie. Elk programma fungeert als een roadmap die ons helpt bij het waarmaken van onze doelen.
Dwarsverbindingen en samenwerking tussen ambities en programma’s zijn essentieel voor de effectiviteit van onze inspanningen. Een circulaire Greenport kan bijvoorbeeld niet slagen zonder duurzame energie-oplossingen en innovaties op het gebied van verslogistiek.
Projecten (1-2 jaar): Projecten zijn essentieel om de voortgang binnen de programma’s te waarborgen en daarmee bij te dragen aan de opgestelde ambities. Deze projecten hebben een duidelijke kop en een staart en worden uitgevoerd, aangejaagd of gecoördineerd door Greenport West-Holland met partijen uit de triple helix of met partners uit andere sectoren of regio’s.
Onze ambities en programma’s
Greenport West-Holland heeft drie ambities geformuleerd. Binnen elke ambitie is een aantal programma’s geformuleerd. Onze ambities voor de komende jaren zijn:
- Op weg naar een Circulaire Greenport
- Een Samenhangend en Betekenisvol Ruimtelijk Economisch Cluster
- Mondiaal Leidend in Kennis & Innovatie
In de afbeelding staan onze drie ambities met de bijhorende programma’s. Zoals hiervoor al aangegeven: de programma’s staan niet los van elkaar, maar dragen samen bij aan de ambitie.
Ambitieregisseurs van links naar rechts:
- Edwin Lambregts
- Woody Maijers
- Martin van der Hout
Ambitie: Op weg naar een Circulaire Greenport
In 2040 is Greenport West-Holland volledig circulair en een logische partner in maatschappelijke en duurzame vraagstukken rondom gezonde mensen, gezonde leefomgeving en een gezonde duurzaam-circulaire samenleving.
In 2040 levert Greenport West-Holland een maximale bijdrage aan brede welvaart via gezonde producten. Niet alleen als producent en handelaar, maar ook als impactvolle partner die midden in de maatschappij staat. Hiertoe heeft Greenport West-Holland zich weten te verbinden met nieuwe partners in nieuwe ketens, resulterend in nieuwe businessmodellen. De focus is niet alleen op de nu bekende producten voor bekende markten (sierteelt en voeding). Er ontstaan ook innovatieve teelten voor nieuwe markten (zoals nieuwe teelten en telen voor plantinhoudstoffen), aangejaagd door het maatschappelijk belang.
De teelt van de gewassen gebeurt op een volhoudbare manier met een continu streven naar ‘zero-waste’. De focus ligt op ultieme plantgezondheid en weerbare gewassen, en alleen indien nodig wordt uitsluitend gebruikgemaakt van biologische gewasbescherming: natuur-inclusief en chemievrij.
Er wordt alleen nog gebruikgemaakt van circulaire grondstoffen en materialen, zoals: meststoffen, substraten, teeltaccessoires, folies. Maar ook ‘de kas’ zelf (de ‘controlled environment’, die verschillende uitvoeringsvormen heeft) is opgebouwd vanuit circulaire principes. Voor al deze innovaties zijn ook nieuwe ketens gevormd met innovatieve partners binnen en buiten de bestaande sector.
Verpakkingen (voor transport en naar consument) zijn volledig circulair, waarbij innovatie ervoor heeft gezorgd dat er geen onnodig materiaalverbruik meer is en gebruikte materialen circulair zijn doordat de gehele keten samenwerkt.
Daarnaast levert Greenport West-Holland een maximale en impactvolle bijdrage aan regionale circulaire systemen via de circulaire verwaarding van de biobased reststromen. Dit is inclusief verwaarding van voedselresten, die vanzelfsprekend eerst tot een minimum zijn beperkt. Hiermee zorgen we dat vele ketenpartners en andere sectoren (zoals de bouw) in staat gesteld worden om te verduurzamen door toelevering van plantaardige, potentieel regeneratieve grondstoffen.
In Greenport West-Holland zijn volop impactvolle bijdragen – via de ‘eigen percelen’ – aan gebiedsontwikkeling en natuurontwikkeling gerealiseerd: door het realiseren van percelen met functionele biodiversiteit en groen-blauwe corridors die bestaande natuurgebieden verbinden. Dit heeft geresulteerd in nieuwe maatschappelijke verdienmodellen voor tuinbouwondernemers.
Ten behoeve van continue watervoorziening in de kas zijn meerdere innovatieve én natuurlijke waterkringlopen gerealiseerd, waardoor regenwater, maar ook watestromen van anderen in de regio, optimaal gebruikt worden. Hierbij zijn via gebiedsprocessen nieuwe opslagmogelijkheden en ketensamenwerkingen gerealiseerd. Ook hierbij is volop aandacht voor landschaps- en natuurwaarden ten behoeve van een gezonde leefomgeving voor iedereen. Van vervuiling en onnodige onttrekking is geen sprake meer.
In 2040 heeft Greenport West-Holland als vanzelfsprekend de beleidsdoelstellingen op gebied van circulariteit, duurzaamheid, ecologie (Klimaatakkoord, waterkwaliteit, circulair, enzovoorts) gehaald. Door zichzelf een hoger tempo (2030-2040) op te leggen toont het Greenport West-Holland-ecosysteem ambitie en heeft de Greenport een voorbeeldfunctie.
Resultaat:
Dit alles wordt gerealiseerd door niet alleen technisch, maar vooral ook sociaal – met de maatschappij en nieuwe partners – te innoveren. Met deze maatschappelijke impact is zowel de ‘licence to operate’ als de ‘licence to produce’ voor het ecosysteem van Greenport West- Holland zeker gesteld, én zijn nieuwe (maatschappelijke) verdienmodellen toegevoegd. De kennisontwikkeling is optimaal verwaard, zodat de circulaire Greenport ook een exportproduct is.
Ambitie: Een Samenhangend en Betekenisvol Ruimtelijk Economisch Cluster
In 2050 biedt Greenport West-Holland de duurzaamst geproduceerde versproducten die via een duurzaam verslogistiek netwerk worden afgezet naar de consument. Door hoogwaardig te produceren en maatschappelijke functies te combineren voegen we per vierkante meter een optimale mix van economische en maatschappelijke toegevoegde waarde toe en verhogen we de ruimtelijke kwaliteit.
Voor de komende decennia heeft de Greenport-regio verschillende uitdagingen, onder andere op het gebied van innovatie en de transitie naar een duurzaam, circulair systeem met nieuwe energiebronnen, watersystemen en circulaire bedrijvigheid (bijvoorbeeld hergebruik hubs, verwerking reststromen). Deze ontwikkelingen kennen ook een ruimtelijk effect. Dit terwijl de druk in de regio op de ruimte onverminderd groot is.
De Ruimtelijke Economische Strategie 2050 omschrijft hoe het regionaal ecosysteem zo efficiënt en duurzaam mogelijk met de ruimte om kan gaan en zo de toekomstbestendigheid van de tuinbouwsector kan waarborgen. Hiervoor zijn in de Ruimtelijke Economische Strategie 2050 enkele leidende principes benoemd: deze zijn van belang bij de keuzes die gemaakt moeten worden. Ze zijn verankerd in de missie, visie en ambities van Greenport West-Holland 2025-2030. Voor ruimte zijn de volgende inhoudelijke principes van belang:
Gebiedsontwikkeling: meer doen met ruimte: We zien kansen om meer te doen met ongeveer evenveel ruimte. Door efficiënter te produceren, functies te combineren en meerlaags te telen en verpakken en nieuwe verslogistieke concepten willen we per vierkante meter zoveel mogelijk economische en maatschappelijke waarde toevoegen, verduurzamen en de ruimtelijke kwaliteit verhogen. De nieuwe ruimtelijke vraagstukken (voortkomend uit de ambitie ‘Circulaire Greenport’) zoals valoriseren van reststromen, nieuwe oplossingen voor het watersysteem passen we in.
Greenport in verbinding: We verbinden ons nog meer met onze omgeving en vormen een sterker regionaal netwerk, want de grote uitdagingen van ons cluster moeten we samen aangaan. We maken onderdeel uit van een ruimtelijk systeem waarin we verantwoord omgaan met water, natuur, energie en grondstoffen. We willen beter bereikbaar zijn voor iedereen – zowel fysiek als digitaal. Om aan de slag te gaan zijn er 4 programma’s uitgewerkt waarin de ruimtelijke aspecten een dominante plaats hebben en waarbij Greenport West-Holland als triple helix-organisatie het verschil kan maken:
Energie: Dit programma richt zich op de implementatie van duurzame energiebronnen en het verbeteren van de energie-efficiëntie binnen het Greenport-cluster. De warmtenetten die in het Greenport-cluster worden ontwikkeld, de gebouwde omgeving en de stabiliserende rol van glastuinbouw in het elektriciteitsnet hebben ook gevolgen voor de ruimte en de omgeving.
Verslogistiek: Dit programma focust op het optimaliseren van de logistieke keten voor verse producten, inclusief het verbeteren van transportinfrastructuur en het verduurzamen van transportmethoden. Voorbeelden van ruimtelijke vraagstukken zijn de ontwikkeling van hubs (multimodaal) en laadinfrastructuur.
Gebiedsontwikkeling: Dit programma richt zich op het efficiënter gebruik van ruimte, het ontwikkelen van toekomstbestendige vestigingsmilieus en het versterken van de samenhang tussen verschillende deelgebieden. En gebiedsontwikkeling in samenhang met de maatschappij, zoals ecologische zones en waterberging.
Arbeid en huisvesting: Dit programma streeft naar het creëren van aantrekkelijke werkomgevingen en wooruimtes voor werknemers in de tuinbouwsector. Dit omvat het ontwikkelen van huisvestingsoplossingen, mobiliteit, het verbeteren van arbeidsomstandigheden en het stimuleren van professionele ontwikkeling. Maar ook om talent aan te trekken ten behoeve van de campusvorming zijn een aantrekkelijk gebied, bereikbaarheid (mobiliteit) en verbinding met wonen nodig. In de ambities ‘Op weg naar een Circulaire Greenport’ en ‘Leidend in Kennis & innovatie’ wordt gewerkt aan programma’s die een impact hebben op ruimtelijke kwaliteit.
Resultaat:
Het resultaat van deze ambitie is een toekomstbestendig regionaal glastuinbouwcluster dat efficiënt omgaat met de beschikbare ruimte en een aantrekkelijk plek biedt voor innovatieve bedrijven en getalenteerde werknemers.
Ambitie: Leidend in Kennis & Innovatie
In 2040 werken de triple helix-partners van het regionale glastuinbouwclusters effectief samen in een innovatie-ecosysteem aan complexe innovatieopgaven en worden de kennis en oplossingen internationaal tot waarde gebracht.
De internationale koploperspositie van het regionale glastuinbouwcluster is een resultaat van investeringen in kennis, innovatie en mensen door bedrijven, overheden en kennisinstellingen. De combinatie van individueel vernieuwen én collectief samenwerken is een krachtige werkwijze gebleken.
Om oplossingen te blijven bieden aan de maatschappelijke opgaven en het hoofd te bieden aan de wereldwijde competitie dienen we blijvend voorop te lopen in de ontwikkeling en toepassing van kennis en technieken over duurzaam, efficiënt en kwalitatief hoogwaardig telen, produceren en vervoeren naar de markt. Daarnaast is ook ruimtelijke inpassing een belangrijke voorwaarde. De export van kennis en oplossingen is essentieel om investeringen rendabel te houden. De Nederlandse markt is hiervoor te klein.
De ambitie voor de komende 20 jaar is dan ook om de kennisinfrastructuur en de wijze van samenwerking van bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheden en maatschappelijk organisaties zo in te richten dat ‘Leidend in Kennis & Innovatie’ duurzaam wordt ingericht. Een robuuste manier van samenwerken is in staat om de veranderingen in het cluster op te vangen en om te zetten in kansen voor innovatie. Veranderingen zullen plaatsvinden op de inhoud met een focus op de benodigde (systeem)innovaties en kennis, maar ook op het gebied van leren en de financiering en aansturing van innovaties, onderzoek en onderwijs. Hiervoor is een nieuwe regiestructuur nodig, met een goede triple helix-afspiegeling.
Het Innovatiepact 3 zal daarvoor het afsprakenkader, een kennis- en innovatieagenda (inclusief leeragenda) opstellen. De ‘founding partners’ van het Innovatiepact investeren hiervoor in ambitie, tijd, geld en in het delen van netwerken en kennis. Het Innovatiepact zorgt ervoor dat de partners in de Greenport dezelfde focus geven aan de investeringen om de ambities te realiseren. Hierdoor ontstaat voor de investeerders in het Innovatiepact een multiplier tot een factor 50 (bron: Tuinbouwmonitor Provincie Zuid-Holland). De kennis- en innovatieagenda is daarbij leidend, met aandacht voor Human Capital-ontwikkeling, maar ook met ruimte voor nieuwe ontwikkelingen die nu nog niet op de agenda staan.
Om een toekomstbesteding kennis- en innovatieecosysteem te realiseren moet gewerkt worden aan de juiste inhoudelijke opgaven. Deze komen voort uit de andere twee ambities van Greenport West-Holland: ‘Op weg naar een Circulaire Greenport’ en ‘Een Samenhangend & Betekenisvol Ruimtelijk Economisch Cluster’. Deze worden gebundeld en samen gebracht met de agenda van de ambitie ‘Leidend in Kennis & Innovatie’. Deze agenda heeft drie programma’s: Human Capital, Campusstrategie en Digitalisering & Robotisering.
De kennis- en innovatievragen zullen in de loop van de tijd veranderen; nieuwe opgaven zullen zich aandienen. Om de ambities en bijbehorende opgaven te realiseren is niet alleen marktacceptatie nodig, maar ook sociale acceptatie. Het gaat hierbij om veel verschillende stakeholders, namelijk bedrijven, overheden en burgers. Dit vraagt om sociale innovaties en investeren in ontwikkeling van Human Capital en talentontwikkeling bij alle stakeholders.
Toegang tot investeerders (privaat en publiek) in kennis en innovatie is cruciaal. De kennis-, innovatie- en leeragenda wordt uitgewerkt langs de verschillende TRL-niveaus (technology readiness levels). Om te voorkomen dat in de kennisketen financieringsproblemen ontstaan worden met diverse financiers (NWO, Topsectoren, SIA, Provincie Zuid-Holland, MRDH etc.) afspraken gemaakt om de investeringsmiddelen te verbinden aan de kennis-, innovatie en leeragenda van de Greenport. Daarnaast worden andere mogelijkheden (RVO, EU, regiodeals e.d.) verkend om projecten in te kunnen dienen. Door met elkaar vanuit de agenda projecten te ontwikkelen, gaat de effectiviteit van de inzet van schaarse middelen (tijd en geld) omhoog.
De innovaties leiden ook tot aanpassingen van regelgeving en beleidsmaatregelen. De innovaties zullen ook gevolgen hebben op de benodigde infrastructuur voor onderzoek en transport. Tot slot is internationale samenwerking en het aantal internationale partnerschappen voor de uitwisseling van kennis en technologie en het aantrekken van startups belangrijk. Naast high-tech is er wereldwijd ook vraag naar mid-techoplossingen die passen bij de lokale omstandigheden.
Resultaat:
Met de ambitie ‘Leidend in Kennis & Innovatie’ realiseren we een regionaal innovatieecosysteem dat in staat is om op effectieve wijze om te gaan met de schaarse middelen (mensen, geld en faciliteiten) om de ambities en opgaven van het Greenport-cluster nu en in de toekomst op te lossen.
Innovatiepact
In 2017 is een Innovatiepact ingericht met als doel om een responsief innovatie ecosysteem te ontwikkelen. Hiervoor is samenwerking nodig van mensen en organisaties die kennis, netwerken, oplossingen en geld inbrengen, zodat op gepassioneerde wijze resultaatgericht oplossingen worden gerealiseerd voor bedrijven en andere stakeholders.
Het Innovatiepact is een afsprakenkader om samen stap voor stap samenwerkingsprogramma’s op te zetten. De eerste 6 jaar hebben een basis gelegd om met elkaar meer complexe vraagstukken aan te pakken. Het gaat hierbij om:
- Verbinden van kennisontwikkeling, innovaties in de praktijk en menselijk kapitaal ontwikkelen.
- Integraal aanpakken.
- Sturing vanuit bedrijfsleven is essentieel maar wel met een focus op een duurzaam toekomstbestendig tuinbouwcluster.
Resultaat:
Partners van het Innovatiepact zoeken elkaar op, vertrouwen en erkennen elkaars kwaliteiten om keuzes te maken en pakken de vraagstukken samen op. Investeringen in kennis-, innovatie- en leren worden op elkaar afgestemd waardoor de effectiviteit en snelheid naar de toepassing (inclusief peloton) verhoogd wordt. Tijdig aandacht voor nieuwe opgaven die nu nog onder de radar blijven, maar over 5 jaar cruciaal zijn om aan te werken.
Programma: Biobased
Toelichting programma:
De maatschappij transformeert van een lineair naar een circulair systeem met als doel een volhoudbare samenleving. Zo’n samenleving heeft een stabiele balans tussen sociale, ecologische en economische aspecten (People, Planet, Profit). Op kortere termijn vraagt dit een volledig circulaire aanpak, ofwel economische activiteiten ontplooien zonder negatieve impact achter te laten. Op langere termijn is het perspectief een regeneratieve maatschappij. Hierin wordt de negatieve impact uit het verleden omgekeerd in een positieve impact.
Grondstoffen voor én reststromen uit de tuinbouw hebben een belangrijke rol in de transitie naar een circulaire tuinbouw. Dat begint met een volledige benutting van de geproduceerde gewassen (vierkants-verwaarding, meervoudige verwaarding, total use). In deze visie komt de interactie tot uiting tussen bodem, plantgezondheid, vezelkwaliteit, voedingswaarde, inhoudsstoffen en houdbaarheid. En dit alles vrij van vervuiling; zowel van producten als omgeving, bij productie en bij gebruik (consumptie) dat bijdraagt aan de gezondheid van de mens.
Het programma Biobased van Greenport West-Holland focust op de grondstoffenbalans. Er zijn nieuwe perspectieven nodig, ondernemers moeten ondersteund worden bij het realiseren van het idee naar een praktijktoepassing, en er moeten verbindingen gelegd worden met marktpartijen in andere sectoren, zoals de bouw en pharma.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
Het Biobased circulaire programma van Greenport West-Holland is primair gericht op het creëren van kansen voor de tuinbouwondernemers binnen de circulaire samenleving. Het thema Biobased circulair is een van de vele bouwstenen in deze transitie. Daarnaast zijn er raakvlakken en interacties met de andere programma’s van Greenport West-Holland. Het resultaat van deze interacties is een basis voor een continu verbeterend systeem op basis van de maatschappelijke relevantie en behoeften.
Welke ontwikkelingen zien we?
Het glastuinbouwcluster heeft de afgelopen decennia al grote stappen gezet op weg naar efficiëntere teelt en verslogistiek van gezonde producten met minder gebruik van fossiele grond- en brandstoffen. Deze stappen zijn voornamelijk gezet vanuit een economisch perspectief of vanuit (toekomstige) regelgeving. Enkele innovatoren binnen de sector vormen een uitzondering en hebben initiatieven genomen vanuit een perspectief van meervoudige waardecreatie verbonden met brede welvaart. Er zijn momenteel veel verschillende transities gaande, zoals de voedseltransitie, de energietransitie en de grondstoffentransitie (biobased en circulair). Daarom is het belangrijk het glastuinbouwcluster hierin goed te positioneren.
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma?
Het is belangrijk dat Greenport West-Holland biobased ontwikkelingen blijft stimuleren, initiëren en begeleiden, zeker gezien alle ontwikkelingen (zowel binnen als buiten het glastuinbouwcluster). Greenport West-Holland is een ‘boundary spanner’ die over grenzen van systemen en sectoren contacten kan leggen. We kunnen verbinden met voorlopers in productie, verwerking en toepassing van bijproducten en met producenten (telers, handel en verslogistiek) van waardevolle grondstoffen.
De rol van Greenport West-Holland is daarbij:
- Verbinden van vraagstellers aan antwoordgevers
- Inhoudelijk klankbord zijn voor ondernemers en stakeholders
- Vertegenwoordiger zijn van de sector in onderzoeken (aanscherpen van onderzoeksvragen gericht op gewenste situatie)
- Presenteren van de mogelijkheden, zowel online, offline als voor groepen
- Bouwen aan de mogelijkheden voor het verwaarden van bijproducten en plantinhoudsstoffen
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
- Inspireren door het laten zien van voorbeelden
- Begeleiden van onderzoek en ontwikkeling vanuit de tuinbouwcontext
- Stimuleren door te werken aan de markt(-voorwaarden) en decisionmakers hierover te ‘voeden’
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
Momenteel zijn er tientallen samenwerkingspartners; waarvan de meesten op één onderdeel van het programma en anderen op meer onderdelen. De partners zijn vooral personen en organisaties waar energie zit op het thema.
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
Er wordt een actueel overzicht bijgehouden van alle vragen, initiatieven en projecten die voorbij komen in het programma. Het belangrijkste orgaan om de voortgang en de inzet te evalueren en eventuele bijsturing te adviseren is de ‘Club van Advies Biobased Circulair’ waarin zes personen een afspiegeling vormen van de relevante triple helix uit het netwerk van de Greenport. Tweejaarlijks worden de ontwikkelingen in de omgeving en de insteek van het programma afgestemd.
Programma: Biodiversiteit
Toelichting programma:
Meer biodiversiteit in en rondom de kas is een belangrijke stap naar een circulaire glastuinbouw. Daarvoor zijn nieuwe vormen van weerbaar telen nodig. Dit vraagt om aanpassingen in de hele keten: van de toelevering tot en met de consument. Ook de relatie met overheden (gemeenten, waterschappen en provincie) verandert. Dit betekent dat ook nieuwe vormen van risicomanagement nodig zijn, voor de ondernemer en voor investeerders. Daarnaast zijn nieuwe competenties nodig voor medewerkers.
Het programma Biodiversiteit van Greenport West-Holland heeft dan ook veel raakvlakken met een aantal andere programma’s van de Greenport, namelijk Water, Gebiedsontwikkeling, Human Capital en Campusvorming.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
Biodiversiteit is een cruciale schakel bij de maatschappelijke en duurzame vraagstukken rondom gezonde mensen, gezonde leefomgeving, een gezonde duurzaam-circulaire samenleving. Het is een belangrijke transitiedraaiknop in het bereiken van de ambities.
Welke ontwikkelingen zien we?
- Biodiversiteit rondom de kas wordt opgepakt door de sector
- Standaardisatie en normen zijn nodig voor het nieuwe normaal: hoe meten en verantwoorden we bijvoorbeeld voor CSRD?
- Het weerbaar telen is in ontwikkeling, er worden programma’s opgezet door de sector. Daarvoor is nog veel kennis nodig
- De verbinding biologie en technologie vraagt nog veel onderzoek
- Ondernemers en medewerkers hebben nog veel te leren in het bedrijf voordat weerbaar telen de nieuwe norm wordt
- Acceptatie van nieuwe (biologische) middelen dient versneld te worden
- Acceptatie in de (export)keten van het weerbaar telen vraagt nog veel aandacht. Ook met betrekking tot regelgeving
- Het verdienvermogen in de keten moet meebewegen
- Er ontstaan nieuwe type kas-teelten met meer biodiversiteit, hiervoor is ook een ketenontwikkeling nodig
- Verdere doorwerking naar ruimtelijke inpassing
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma?
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma?
- In samenwerkingsverbanden nieuwe kennisvragen formuleren en verbinden aan experts
- Verbinden van wetenschap aan de praktijk, het verdienvermogen, en alternatieve teelten met biodiversiteit
- Partijen om tafel brengen ten behoeve van het vastleggen van de nieuwe norm
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
- Het formuleren van nieuwe kennisvraagstukken op dit thema ten behoeve van de hele keten
- Het organiseren van een samenwerkende community die het programma aanstuurt
- Het formuleren en initiëren van projecten die uitgevoerd worden door experts
- Wetenschappelijk onderzoek en onderwijs laten aansluiten bij vragen in de praktijk van de koplopers
- Acties uitzetten die nodig zijn voor het institutionaliseren van het nieuwe weerbaar telen
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
De community bestaat uit meer dan 40 organisaties. Een regiegroep zal vanuit een holistische blik de integraliteit en prioriteiten bewaken.
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
Het programma Biodiversiteit zal KPI’s uitwerken om de ontwikkeling te volgen. Aandachtspunten zijn:
- Bewustwording (via koplopers naar peloton)
- Waardering in de keten
- Benutting nieuwe kennis bij bedrijven en onderwijs
Programma: Gezondheid
Toelichting programma:
Het programma Gezondheid richt zich op de gezamenlijke ontwikkeling van een duurzaam glastuinbouwcluster, waarbij de samenleving een cruciale partner is. Dit programma vormt een brug tussen het glastuinbouwcluster en de voedselomgeving, met als doel doorbraken in het voedselsysteem te realiseren. De focus ligt op het creëren van een nieuwe Nederlandse voedselcultuur en een regionale voedselidentiteit, waarin gezondheid en circulariteit centraal staan. Zuid-Holland fungeert als experimenteeromgeving: kennis wordt gedeeld en innovaties die impact hebben tot ver buiten de regio, in heel West-Europa, worden ontwikkeld.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
Het programma Gezondheid van Greenport West-Holland versterkt de verbinding tussen het glastuinbouwcluster en zijn omgeving, vooral vanwege de complexe vraagstukken rondom circulaire voedselproductie. Deze vraagstukken maken integraal deel uit van bredere nationale en internationale strategieën. Binnen waardeketens waar gezondheid centraal staat (zoals in ziekenhuizen) is circulaire voedselproductie een noodzakelijke voorwaarde. Door te werken aan doorbraken in het voedselsysteem kan het glastuinbouwcluster een sleutelrol vervullen in zowel economische als maatschappelijke welvaart, met gezondheid en circulariteit als kernpunten.
Welke ontwikkelingen zien we?
De samenleving staat voor grote transities gericht op brede welvaart. De SDG’s van de VN sturen het beleid rond maatschappelijke vraagstukken. Tegelijkertijd moeten bedrijven door de CSRD meer aandacht besteden aan de sociale impact van hun activiteiten. In Zuid-Holland zijn deze maatschappelijke uitdagingen nauw verweven met het glastuinbouwcluster. Gezondheid zal de komende jaren het leidende principe zijn in de voedseltransitie, mede door de groeiende epidemieën van obesitas, diabetes en andere chronische aandoeningen. Positieve ontwikkelingen in Europa (zoals de eiwittransitie en de nadruk op plantaardige voedingsrichtlijnen) stimuleren een verschuiving van ‘ultra-bewerkte’ naar ‘verse en onbewerkte’ voedingsmiddelen.
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma?
Greenport West-Holland speelt een belangrijke rol op verschillende niveaus binnen het programma:
Macroniveau: De Greenport fungeert als bruggenbouwer door randvoorwaarden te creëren voor een maatschappelijke dialoog en samenwerking met institutionele partners gerelateerd aan de voedselsector. Dit stelt diverse partijen in staat om gezamenlijke visies en doelen te ontwikkelen.
Mesoniveau: Het glastuinbouwcluster wordt verbonden met regionale ecosystemen, die dienen als strategische platforms voor kennis, innovatie en onderwijs. De Greenport ondersteunt hierbij door financiering, programmamanagement en communicatie te faciliteren, en zo doorbraken binnen deze ecosystemen te bevorderen.
Microniveau: De Greenport richt zich op systeemverandering binnen het cluster, wat leidt tot nieuwe verdienmodellen. Hierbij helpt de Greenport ondernemers om kansen te identificeren en te vertalen naar hun dagelijkse praktijk, en versterkt het de samenwerking tussen koplopers.
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
Het programma richt zich op het ontwikkelen van een innovatief ecosysteem door middel van drie strategische roadmaps:
Macroniveau: Versterken van de rol van het glastuinbouwcluster als sleutelspeler in de voedseltransitie. Belangrijke doelen zijn het opbouwen van nieuwe institutionele relaties en het bevorderen van maatschappelijke dialoog. Mesoniveau: Verbinden van strategische consortia voor gezonde voedselomgevingen in stedelijk gebied, met een focus op zorginstellingen, wijken, bedrijfsrestaurants en scholen tot 2030.
Microniveau: Innovaties stimuleren voor circulaire teeltmethoden, alternatieve gewassen en nieuwe ketens, met als doelen nieuwe waarde- en verdienmodellen en cultuurverandering.
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
Macroniveau: De Greenport werkt samen met gezonheidsfondsen, NGO’s, netwerkorganisaties en coalities van bedrijven. Vanaf 2025 zal de focus liggen op het verstevigen van partnerships binnen het Gezonde Greenport Pact met partners die een bestuurlijke of adviserende rol kunnen spelen.
Mesoniveau: De samenwerking richt zich op regionale stakeholders, zoals ROS-Netwerken (Regionale Ondersteuningsstructuren) en gemeenten, met meer aandacht voor structurele financiering via instrumenten zoals Social Impact Bonds.
Microniveau: De focus zal vanaf 2025 verschuiven naar intensievere samenwerking met telersverenigingen boven individuele ondernemers.
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
In 2025 wordt het Gezonde Greenport Pact ondertekend, waarbij een Stuurgroep Gezondheid afspraken maakt over monitoring en voortgang. De doelstellingen op programmaniveau worden periodiek geëvalueerd in samenwerking met relevante partners en stakeholders, afhankelijk van specifieke ambities en doelen. Deze evaluatie en monitoring zorgen ervoor dat het programma voortdurend kan worden aangepast en verbeterd om de gestelde doelen te bereiken.
Programma: Water
Toelichting programma:
Water is een onmisbaar onderdeel van de tuinbouw. Maar water is niet altijd in de juiste mate en kwaliteit beschikbaar. In de regio moeten we samenwerken om voor nu én in de toekomst voldoende water van de juiste kwaliteit beschikbaar te hebben. Voor tuinbouwbedrijven is water primair een productiemiddel. Daardoor is er vanzelfsprekend al aandacht voor de beschikbaarheid van voldoende water van de juiste waliteit. Tegelijk beïnvloedt de glastuinbouw de waterkwaliteit van de omliggende oppervlaktewateren. Die waterkwaliteit moet de komende jaren fors verbeteren. Dit geldt voor de chemische en de ecologische waterkwaliteit. Schoon water is belangrijk voor iedereen, maar zeker ook voor de glastuinbouw en het groene imago van de Greenport West-Holland.
Ook in de ruimte om ons heen neemt water een belangrijke plek in. Het watersysteem zorgt ervoor dat we droge voeten houden bij hevige regenval, en bij droogte dat het grondwater op peil blijft. Glastuinbouwgebieden hebben een hoge ruimtelijke dynamiek; dit biedt kansen om aan een robuust watersysteem te werken. Er zijn echter grenzen aan het watersysteem, zowel bij regenval als bij droogte. Tegelijk moeten we met het oog op klimaatveranderingen een tandje extra bijzetten. Juist omdat de regen in hevigere buien gaat vallen, is het van belang dat alle partijen binnen de Greenport het water zoveel mogelijk vasthouden daar waar het valt. Daarom moeten we over de grenzen van het watersysteem kijken en op zoek gaan naar innovatieve maatregelen om een overschot of tekort aan water het hoofd te bieden, onder meer door alternatieve vormen van wateropslag of hergebruik van afvalwater.
Grondwateronttrekking en brijn zijn ook aandachtspunten. Dit maakt de urgentie voor voldoende gietwater des te groter en benadrukt ook het belang van een gebiedsgerichte aanpak, want elke situatie is anders. Ruimtelijke samenwerkingen bieden kansen om impact te maken op ecosystemen en biodiversiteit, bijvoorbeeld via groen-blauwe dooradering.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
Een waterambitie brengt het relevante ecosysteem bij elkaar waarbij gestreefd wordt naar een circulaire bedrijfsvoering in de kas (waterkwaliteit en waterkwantiteit) die in goed evenwicht is met de omgeving, en daar waar mogelijk zelfs bijdraagt aan duurzame watersystemen en regionale ecologie.
Welke ontwikkelingen zien we?
Nu 2027 nadert wordt de Kader Richtlijn Water (KRW) urgent. Tuinbouwondernemers, Glastuinbouw Nederland, de waterschappen, gemeentes en provincie zijn hiermee volop met elkaar aan de slag. Uit deze aanpak volgen nieuwe vraagstukken, zoals gebiedsgerichte aanpak (samenwerking ten behoeve van waterkwaliteit in een gebied/polder) en het vraagstuk kwaliteitsstappen te maken zijn met natuurvriendelijke oevers en andere ingrepen met biodiversiteit. De toepassing van grondwater en het bijbehorende terugvoeren van brijn lijkt eindig. Dit benadrukt nog meer de opgave voor voldoende beschikbaar gietwater. Het vraagt om innovatie en praktische toepassing toegesneden op elke specifieke lokale situatie. Maatwerk dus.
Ruimtelijke ordening wordt steeds belangrijker. Waterkwantiteit vraagt oplossingen in de ruimte, die steeds schaarser wordt. Dit vraagt nieuwe samenwerkingen ten behoeve van slim coöperatief ruimtegebruik, om innovatieve oplossingen in samenwerking met nieuwe gebiedspartners (innoveren in het ecosysteem). Het oppakken van innovaties voor ‘de langere termijn’, zoals gebruik van effluent, wordt nu urgent. In de praktijk wordt de relatie tussen plantgezondheid, weerbaar telen en het thema water steeds duidelijker.
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma?
In 2018 is de waterambitie van Greenport West-Holland opgesteld. Met partners is besloten dat het tijd is voor herijking. Dit doen we met de belangrijkste partners: het waterschap, Glastuinbouw Nederland en Provincie Zuid- Holland. Gezamenlijk kijken we wat de toegevoegde waarde van de Greenport is op alle activiteiten die al plaatsvinden. In 2024-2025 zal een vernieuwde waterambitie worden opgesteld via een interactief dialoogproces met meerdere stakeholders, vormgegeven door Hoogheemraadschap Delfland, Glastuinbouw Nederland en Greenport West- Holland.
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
De volgende onderdelen worden tijdens het opstellen de waterambitie uitgewerkt:
- Waterkwaliteit
- Waterkwantiteit
- Water en gebiedsontwikkeling ten behoeve van zowel kwaliteit, kwantiteit als ecologie
- Innovatie, zoals bijvoorbeeld bij gebruik van effluent
- Verbinding plantgezondheid en water
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
De belangrijkste samenwerkingspartners zijn Hoogheemraadschap Delfland en Glastuinbouw Nederland, aangevuld met partners die uit het dialoogproces voortkomen.
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
Met partners zullen de ambities uit de herijkte waterambitie komende jaren gemonitord worden. Tijdens de monitoring zal samen met de partners een besluit genomen worden over de rol van de Greenport West-Holland in de uitvoering van de waterambitie.
Programma: Circulaire Teeltmaterialen & Verpakkingen
Toelichting programma:
Tijdens de teelt en het transport van tuinbouwproducten wordt veel (plastic) materiaal gebruikt dat soms onnodig is, of dat niet circulair (herbruikbaar, recyclebaar) is. Bij teeltmaterialen gaat het om teeltaccessoires (zoals clips, beugels, touw, stokjes), folies (loopfolies, en overige folies zoals anti-condensfolie), substraten en meststoffen, en bij verpakkingen om zowel productverpakkingen als transportverpakkingen. In het programma Circulaire Teeltmaterialen en Verpakkingen wordt gewerkt aan circulaire oplossingen voor al deze materialen en verpakkingen. Kernwoorden: De R-ladder (met focus op rethink en reuse), ketenregie, ketendoorbraakprojecten en grootschalige samenwerking in het ecosysteem voor een collectieve en uniforme aanpak.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
Een Circulaire Greenport is een Greenport met circulaire teeltmaterialen en verpakkingen. Door te werken in een ketenbenadering dragen we niet alleen zorg voor een volhoudbare bedrijfsvoering, maar hebben we ook oog voor de gezonde leefomgeving en maatschappij. Dit omvat het voorkomen van microplastics in compost, het verminderen van onnodige afvalstromen en het verbruik van ‘virgin’ grondstoffen. Daarnaast richt het programma zich op het minimaliseren van ecologische schade en het bevorderen van efficiënte, circulaire afvalverwerking.
Welke ontwikkelingen zien we?
De maatschappij en consumenten worden steeds kritischer op toepassing van plastic. Wetgeving wordt steeds dwingender, met name binnen het thema verpakkingen.
Dit zet nu al druk op de keuze voor verpakkingen en op het circulaire innovatieproces. De verwachting is dat dit ook voor teeltmaterialen gaat gebeuren, onder andere door de invoering van de CSRD. Sommige landen lopen voor op internationale wetgeving en hebben eigen richtlijnen (bijvoorbeeld: veen in Engeland, plastic in Frankrijk). Daarnaast zullen de kosten voor afvalverwerking de komende jaren exponentieel stijgen.
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma?
In het Greenport-ecosysteem zien we dat er grote bereidheid is om samen te werken, en is er vraag naar (sociale) innovatie binnen de keten op het gebied van circulaire teeltmaterialen en verpakkingen. Het netwerk heeft aangegeven dat er behoefte is dat Greenport West-Holland een regisseursrol op zich neemt.
In 2024 – 2025 wordt het programma opgewerkt richting een akkoord, waardoor de regiefunctie ‘verzwaard’ wordt, onder andere door instellen van een regiegroep en een werkgroep.
Greenport West-Holland organiseert bijeenkomsten (Community of Practice) en realiseert of faciliteert keten-door-braakprojecten, door het bijeenbrengen van de relevante partners in de keten. Bij de onderwerpen substraten en meststoffen heeft Greenport West-Holland een monitorende rol.
Bij deze thema’s trekt Greenport West-Holland samen op met Stichting Innovatie Glastuinbouw (SIGN) en Wageningen University & Research voor een pleidooi voor landelijk innovatieprogramma in samenwerking met en richting het Ministerie van LVVN en Greenports Nederland.
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
- Circulaire verpakkingsketens, zowel transportverpakkingen als consumentenverpakkingen; volgen de R-ladder met focus op rethink en re-use en vervolgens recycle: ketendoorbraken en innovatie
- Alternatieven voor foliegebruik, onder andere door innovatieve ‘rethink’-trajecten (herbruikbare alternatieven, geïntegreerd in bijvoorbeeld kasontwerp). En gedurende dit innovatietraject: faciliteren van goede inzameling van folies t.b.v. recycling, voorkomen van laagwaardig afvoeren (verbranden) van folies
- Circulaire substraten en meststoffen (monitorende rol)
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
- Ondernemers – bedrijven: alle ketenspelers: producenten van materialen en verpakkingen, toeleveranciers, kwekers/telers, handelsorganisaties, exporteurs, veiling, retail (deze partij kan nog meer betrokken worden), afvalinzamelaars en -verwerkers.
- Branche organisaties en koepels zoals Glastuinbouw Nederland, Orchidee Nederland, GroentenFruit Huis. Ook organisaties als MVO NL en NRK Verpakkingen.
- Onderzoek: Universiteiten (o.a. WUR) en hogescholen. Kennisinstellingen van branches (Verpakt)
- Overheid: de Provincie Zuid-Holland is een belangrijke partner. Daarnaast wordt samengewerkt met de ministeries LVVN en I&W en Rijkswaterstaat en met enkele gemeenten
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
Vanaf 2025 zal middels de regiegroep en werkgroep een monitoring- en evaluatieproces worden ingericht. Omdat er zoveel verschillende materiaalstromen zijn is een kwantitatieve monitoring heel lastig. De algehele voortgang wordt mede gemonitord via partners en met behulp van PEFCR (Product environmental footprint category rules).
Programma: Voedselverspilling
Toelichting programma:
Hoewel de tuinbouwketen in vergelijking met andere sectoren gunstige cijfers laat zien, belandt nog steeds een aanzienlijk deel van de voedselproductie niet op het bord van de consument. Dit heeft veel oorzaken, zoals eisen van de afnemer, snijverlies en bederf. Het product eindigt in een laagwaardiger bestemming of wordt zelfs vernietigd. Er is groeiende aandacht en bereidheid van maatschappelijke partners om het probleem aan te pakken. Zo dwingt de CSRD-regelgeving bedrijven in de afzetketen om hun footprint te verlagen. Minder verspilling speelt daarbij een belangrijke rol. De percentueel gemeten verspilling loopt gestaag terug, maar toch nemen de volumes van sommige stromen toe. De gebruikelijke, laagwaardige outlets voor uitval (biogas en veevoer) worden maatschappelijk steeds minder ondersteund.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
Het tegengaan van de voedselverspilling raakt de kern van de circulaire ambities van Greenport West-Holland: het voorkomen van uitval of het upcyclen ervan naar een hoogwaardiger bestemming. Elke procent uitval is een procent onnodige footprint van water, klimaat en grondstoffen. Bovendien betreft voedselverspilling vaak prima eetbare producten, terwijl veel consumenten in de regio onvoldoende toegang hebben tot gezonde voeding. Tenslotte draagt een economisch hoogwaardige inzet van het product bij aan de economische kracht van het cluster.
Welke ontwikkelingen zien we?
- Provincie Zuid-Holland heeft de laatste jaren in het onderwerp geïnvesteerd en vervolgens de ‘lead’ overgedragen aan het bedrijfsleven
- Handelscluster Dutch Fresh Port investeert in een Reststromenhub als basisvoorziening voor nieuwe upcycling
- De verkoop van gesorteerde versproducten in wijken wordt opgepakt door social enterprises
- Er liggen kansen in de verwerking tot voedingsproducten
- Bedrijven en onderzoek verenigen zich in een Coalition of the Doing
- Hogeschool Inholland investeert met onderwijs de komende jaren in een ondersteunend Fieldlab
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma? Greenport West-Holland zal een betere voedselbenutting blijven agenderen. Het thema is onderzocht in het Innovatiepact en opgewerkt naar een programma onder leiding van de Coalition of the Doing. De Coalition draagt zorg voor een uitvoeringsagenda met de bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Ook is het van belang om samen met maatschappelijke partners te blijven streven naar inzicht en cijfers, zowel over de relevantie van het probleem als over de impact van maatregelen.
Het programma verbindt voedselbenutting met (projecten in) aanpalende thema’s, zoals Biobased en Gezondheid, en zal voedselbenutting implementeren in campusontwikkeling. Een betere voedselbenutting heeft impact op de footprint van de sector en daarmee ook op de algemene dossiers Energie en Water in de ambitie ‘Een samenhangend en betekenisvol Ruimtelijk Economisch Cluster’.
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
Greenport West-Holland zet zich in voor:
- de Coalition of the Doing Voorkomen voedselverspilling wordt vormgegeven
- de Reststromenhub en de Campus op Dutch Fresh Port
- de innovaties die volgen uit de Coalition of the Doing
- ondersteunen van bedrijven met initiatieven
- indien goedgekeurd opstarten van RVO-Fieldlab Voorkomen voedselverspilling met inzet van studenten ontwikkelingen in de wijken, zoals via voedselbanken of schoollunches
De facilitering vindt onder meer plaats door de inbreng van organisatiekracht, projectontwikkeling en het onderling verbinden van initiatieven.
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
Dutch Fresh Port Campus, primaire producenten en handelshuizen (zoals Harvest House) en verwerkers (zoals Robin Food), Inholland, andere hogescholen en MBO-instellingen, Stichting tegen Voedselverspilling, Food Valley en Provincie Zuid-Holland.
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
De voortgang wordt op de volgende manieren geëvalueerd en gemonitord:
- Deelname in projecten
- Gerealiseerde innovaties
- Reductie in verspilling meten
- Upcycling van toepassingen reststromen
Programma: Energie
Toelichting programma:
In 2040 is de productie in het Greenport-cluster klimaatneutraal en is het vervoer emissievrij. Het EnergieAkkoord is het overkoepelende verdrag voor het productiegedeelte van het regionale glastuinbouwcluster. De partners leggen daarin hun gezamenlijke intentie, ambitie en inspanning integraal vast. Hiermee committeren zij zich aan samenwerking: ze zetten zich in voor de oplossing van beperkende randvoorwaarden met als doel te komen tot een totale CO2-reductie van de tuinbouwproductie in het Greenport-cluster. De partners zijn vertegenwoordigd in de Werkgroep en Stuurgroep van het EnergieAkkoord en centrale coördinatie vindt plaats vanuit het Programmateam van Greenport West-Holland.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
De ambitie van het EnergieAkkoord is een van de leidende principes binnen de Ruimtelijke Economische Strategie 2050. Beschikbaarheid en betaalbaarheid van hernieuwbare energie zijn daarmee wezenlijke randvoorwaarden voor toekomstvaste glastuinbouwgebieden. Dit komt terug in toekomstbestendige gebiedsvisies.
Welke ontwikkelingen zien we?
De CO2-reductie voor productie (CO2-emissie scope 1 en 2) wordt gerealiseerd door over te gaan op hernieuwbare energie in alle deelgebieden in het Greenportcluster. Verschillende energiedragers zijn daarbij nodig:
- Warmtenetten worden gevoed door geothermie en restwarmte, waarbij de tuinbouw flexibiliteit biedt als de vraag vanuit de gebouwde omgeving of het aanbod van restwarmte en geothermie dat verlangt. De tuinbouw is daarmee een flexibele buffer: bedrijven slaan warmte efficiënt op (over een etmaal of over seizoenen) om die te gebruiken wanneer dat nodig is
- De tuinbouw biedt blijvende flexibiliteit voor stabilisering van het stroomnet en voor het verkleinen van netcongestie. Bij een ruim aanbod van externe elektriciteit zetten warmtepompen elektriciteit om in warmte. Bij een tekort aan elektriciteit op het net heeft de tuinbouw de mogelijkheid om deze lokaal op te wekken en terug te leveren aan het net. Eventueel beschikbare restwarmte wordt altijd opgeslagen of direct nuttig gebruikt
- Verschillende gassen worden door de tuinbouw ingezet voor een optimalisatie van het energie- en teeltsysteem: externe CO2 uit biogene processen wordt ingezet als de planten dat nodig hebben; waterstof wordt opgewekt bij ruime beschikbaarheid van elektriciteit of wordt ingezet in WKK of brandstofcellen bij een tekort aan elektriciteit. De restwarmte wordt steeds ter plaatste gebruikt; biogassen vormen samen met waterstof een backup- en peak-voorziening
- Technisch-economische vraagstukken in de energietransitie zijn vaak direct te relateren aan de benodigde infrastructuur, maar ook andere ontwikkelingen zijn van invloed op de realisatie van de ambitie uit het EnergieAkkoord, zoals in de politiek of maatschappij. Een integrale benadering van tuinbouw in het nieuwe energiesysteem ontwikkelt zich en bevat tenminste de focus op besparing, betaalbaarheid, innovatie en aanpassing
- De inzet van tuinbouw in het energiesysteem vormt mede de basis voor haar bestaansrecht en voegt waarde toe binnen de maatschappij. Restwarmte wordt altijd nuttig gebruikt en het totale systeem is stabiel en doelmatig en daardoor betaalbaar en concurrerend
Greenport West-Holland organiseert bijeenkomsten (Community of Practice) en realiseert of faciliteert keten-door-braakprojecten, door het bijeenbrengen van de relevante partners in de keten. Bij de onderwerpen substraten en meststoffen heeft Greenport West-Holland een monitorende rol.
Bij deze thema’s trekt Greenport West-Holland samen op met Stichting Innovatie Glastuinbouw (SIGN) en Wageningen University & Research voor een pleidooi voor landelijk innovatieprogramma in samenwerking met en richting het Ministerie van LVVN en Greenports Nederland.
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
- Circulaire verpakkingsketens, zowel transportverpakkingen als consumentenverpakkingen; volgen de R-ladder met focus op rethink en re-use en vervolgens recycle: ketendoorbraken en innovatie
- Alternatieven voor foliegebruik, onder andere door innovatieve ‘rethink’-trajecten (herbruikbare alternatieven, geïntegreerd in bijvoorbeeld kasontwerp). En gedurende dit innovatietraject: faciliteren van goede inzameling van folies t.b.v. recycling, voorkomen van laagwaardig afvoeren (verbranden) van folies
- Circulaire substraten en meststoffen (monitorende rol)
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
- Ondernemers – bedrijven: alle ketenspelers: producenten van materialen en verpakkingen, toeleveranciers, kwekers/telers, handelsorganisaties, exporteurs, veiling, retail (deze partij kan nog meer betrokken worden), afvalinzamelaars en -verwerkers.
- Branche organisaties en koepels zoals Glastuinbouw Nederland, Orchidee Nederland, GroentenFruit Huis. Ook organisaties als MVO NL en NRK Verpakkingen.
- Onderzoek: Universiteiten (o.a. WUR) en hogescholen. Kennisinstellingen van branches (Verpakt)
- Overheid: de Provincie Zuid-Holland is een belangrijke partner. Daarnaast wordt samengewerkt met de ministeries LVVN en I&W en Rijkswaterstaat en met enkele gemeenten
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
De Werkgroep en Stuurgroep EnergieAkkoord evalueren de rol van het Programmateam in de kernactiviteiten, zoals netwerkbijeenkomsten, projecten en programma’s en communicatiestrategieën. Monitoring van het Energie- Akkoord zal medio 2025 kwantitatief worden ingericht voor de verschillende energiedragers.
Programma: Verslogistiek
Toelichting programma:
De groothandel, import, export en logistiek (samen: verslogistiek) in Greenport West-Holland bepalen voor een groot deel de kracht van het Nederlandse glastuinbouwcluster. Ze zijn er een integraal onderdeel van en maken – samen met primaire productie, veredeling en technologie – van de tuinbouw de tweede economische motor van Nederland. In Greenport West-Holland is verslogistiek bovendien een belangrijke banenmotor. Er zijn ook veel uitdagingen: die komen voort uit ruimtevraag en gebruik van het wegennet in de regio, uit institutionele taaiheid en internationale ontwikkelingen.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
De ambitie ‘Een samenhangend en betekenisvol Ruimtelijk Economisch Cluster’ richt zich onder meer op het ervoor zorgen dat het juiste product op de juiste plaats is met emissieloos vervoer. Deze ambitie vereist een volhoudbare verslogistiek. Tegelijkertijd is een effectief verslogistiekcluster essentieel om de economische waarde van de sector overeind te houden en de producten uit de kassen te verbinden met een importassortiment en met de Europese consument. De ambitie van de verslogistieke sector in het regionale glastuinbouwcluster voor de komende jaren is dan ook: meer product met minder emissies en met minder voertuigkilometers in de regio. De ruimtevraag en arbeidsbehoefte van het cluster dienen binnen Greenport West- Holland continu te zijn afgestemd.
Welke ontwikkelingen zien we?
De verslogistieke sector moet een antwoord vinden op de toenemende druk op de beschikbare ruimte, het wegennet en het arbeidspotentieel. Toegang tot duurzame energie voor transport (laadinfra) en handling bepaalt mede de verduurzamingsmogelijkheden. Ontwikkelingen in de concurrentiepositie van de mainports Rotterdam en Schiphol hebben direct gevolgen voor de sector. Hetzelfde geldt voor de aankomende inhaalslag op het onderhoud van de weginfrastructuur, met consequenties voor congestie op de hoofdroutes. Internationale ontwikkelingen zoals criminele ondermijning, verschuivingen van productieregio’s en verstoringen van aanvoerketens door conflicten, vormen steeds weer nieuwe uitdagingen voor de sector. Oplossingen volgen onder meer uit digitalisering en moduskeuze, maar die vereisen steeds een ingewikkelde publiek-private inspanning.
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma? Greenport West-Holland heeft in de jaren 2020 tot 2023 samen met regionale partners binnen MoVe een ambitieuze projectagenda ontwikkeld om de doelen van het programma te bereiken. Het programma Verslogistiek binnen Greenport West-Holland zet op korte termijn in op realisatie van de projecten in deze agenda door én met regionale en nationale partners, en de verankering van de agenda in gebiedsgerichte convenanten. Op langere termijn gaat het vooral om de actualisering en toetsing van de projectagenda aan strategische ontwikkelingen. Verder werkt Greenport West-Holland mee aan de innovatieagenda en campusvorming voor verslogistiek op Dutch Fresh Port.
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
- Ontwikkeling van binnenlandse hubs voor onder meer inklaren van reefers
- Realisatie van laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer
- Doorgaande inzet op internationale spoorcorridors
- Organisatie van de digitale infrastructuur voor onder meer boeken en betalen van toegang tot hubs
- Campusvorming op Dutch Fresh Port
- Samenwerking in de regio
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
Logistieke oplossingen vinden altijd plaats in bovenregionale context (zakelijke ketens en vervoerscorridors). Samenwerkingsverbanden (zoals het programma Goederenvervoercorridor of het Ondernemersplatform Verslogistiek van Greenports Nederland) zijn essentieel: daarin zijn nationale organisaties betrokken zoals GroentenFruit Huis, Transport & Logistiek Nederland, het ministerie van Verkeer en Waterstaat, Prorail.
Binnen Greenport West-Holland zijn de partners onder meer: Provincie Zuid-Holland, Port of Rotterdam, MRDH, Royal FloraHolland, Dutch Fresh Port, Agrologistieke Bedrijfsterreinen Westland, gemeentes, faciliterende bedrijven (zoals ECT, Stena), maar vooral ook de verladers en transporteurs zelf.
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
Het bevorderen van gegevensverzameling over handelsvolumes en voertuigbewegingen (outcome-niveau) is een expliciet doel van het programma Verslogistiek. De Tuinbouwmonitor 2024 van de Provincie Zuid-Holland grijpt bijvoorbeeld terug op metingen uit 2019. De output van het programma blijkt uit onder meer:
- Realisatie van verslogistiek-gerelateerde projectvoorstellen binnen BO-MIRT (programma ministerie Verkeer en Waterstaat)
- Draagvlak blijkend uit ‘verspacten’ per gebied
- Fysieke resultaten zoals reeferplaatsen op hubs, MW-laadaansluitingen of aantallen voertuigen met boordsystemen
Programma: Gebiedsontwikkeling
Toelichting programma:
De druk op de ruimte blijft toenemen. De activiteiten in het glastuinbouwcluster zullen intensiever worden, waarbij we streven naar hetzelfde of zelfs minder fysiek ruimtegebruik. Dit vraagt om een efficiënt gebruik van de beschikbare ruimte en een steeds hogere kwaliteit van de omgeving. Er is een kwalitatieve herinrichting van de regio nodig, waarbij verbindingen met de maatschappij en de natuur een centrale rol spelen. Bedrijven, overheden en burgers kunnen samenwerken aan een toekomstbestendige inrichting van het gebied.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
Dit programma richt zich op het efficiënter, betekenisvol en kwalitatief beter gebruik van ruimte, het ontwikkelen van toekomstbestendige vestigingsmilieus en het versterken van de samenhang tussen verschillende regionale en thematische deelgebieden. Door gebiedsontwikkeling in samenhang met de maatschappij en natuur, wordt bijgedragen aan de ambitie ‘Een Samenhangend & Betekenisvol Ruimtelijk Economisch Cluster’.
Welke ontwikkelingen zien we?
Inhoudelijk: Thema’s als water, biodiversiteit, circulair en energie hebben een maatschappelijke én een ruimtelijke component in zich. Onderling beïnvloeden (versterken) ze elkaar ook. Het verruimen van de scope naar meer integraliteit bij de betrokken stakeholders is belangrijk.
Wettelijk: De invoering van het hernieuwde omgevingsbeleid met focus op infrastructuur, water, lucht, natuur, logistiek en energie, en ook overig landelijk en Europees beleid (zoals de CSRD) brengt extra complexiteit en bijbehorende uitdagingen voor de gebiedsprocessen.
Organiserend vermogen: Een toenemend aantal samenwerkingen vanuit ondernemers organiseert zich via polderaanpak en gebiedscoöperaties, met ook betrokkenheid van burgers. Dit brengt impulsen, maar heeft nog een verkennend en innovatief karakter.
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma?
- Verkenning hoe te komen tot een akkoord dat verder bouwt op de ambities van de Ruimtelijke Economische Strategie 2050 en gedragen wordt door de betrokken partners
- Partijen samenbrengen om aan de quadrupel helixopgaven binnen dit programma te werken; zowel bestuurlijk (provinciaal, gemeentelijk en waterschappen: verticale doorwerking in beleid) als vanuit de initiatieven en projecten
- Initiëren of faciliteren van doorbraakprojecten die bijdragen aan de verbinding van de verschillende deelgebieden of de toekomstbestendigheid van de vestigingsmilieus vergroten
- Ontwikkelen van pilots die als voorbeeld en inspiratie dienen voor anderen
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
- Akkoord sluiten met regionale partners met een ontwikkelingsprogramma
- Systeemdoorbraken faciliteren via regionale en lokale innovatieve activiteiten in gebiedsontwikkeling: gebieds-transitielabs op gebied van water, energie, groen-blauwe dooradering, polderaanpak, circulariteit etc.
- Het monitoren en verbinden van regionaal, landelijk en Europees beleid met de gebiedsontwikkeling in Greenport West-Holland zodat nieuwe regelgeving tijdig en effectief kan worden ingepast
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
Provincie Zuid-Holland, Gemeente Westland, Gemeente Lansingerland, Gemeente Pijnacker-Nootdorp, Gemeente Zuidplas, Gemeente Waddinxveen, Gemeente Voorne aan Zee, Dutch Fresh Port, Rotterdamse Haven, Omgevingsdiensten, Waterschappen, Glastuinbouw Nederland, Greenports Nederland, tuinbouworganisaties (afzet en andere coöperaties), poldercoöperaties, onderzoeksinstellingen op het gebied van sociale innovatie en gebiedsprocessen en transities.
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
Er is nog geen actief programma over Gebiedsontwikkeling bij Greenport West-Holland. De monitoring wordt ingebouwd in het akkoord en het te ontwikkelen programma. Een paar ijkpunten zijn: participatie, brede welvaart, systeemdoorbraken en transitielabs.
Programma: Arbeid & Huisvesting
Toelichting programma:
(Internationale) werknemers leveren een belangrijke bijdrage aan onze economie en dienen met zorg en respect te worden behandeld. Dat betekent ook goede huisvesting voor iedere (tijdelijke) werknemer. Uit onderzoek van Greenports Nederland blijkt dat de behoefte aan huisvesting voor werknemers in de komende jaren verder zal toenemen.
Greenport West-Holland speelt momenteel geen actieve rol in dit vraagstuk, maar vervult hierin de rol van het bij elkaar brengen en het faciliteren van het netwerk. Ook monitoren we dat het onderwerp hoog op de agenda blijft staan, omdat ook de reputatie van onze sector hiermee sterk samenhangt. De uitvoeringsagenda ligt primair bij Greenports Nederland en Glastuinbouw Nederland, in samenwerking met de landelijke, regionale en lokale overheden.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
Huisvesting van alle typen medewerkers is een deelambitie van het leidende principe ‘Werkgever van de toekomst’ in de Ruimtelijke Economische Strategie 2050. Voldoende huisvesting voor (internationale) werknemers zorgt voor een aantrekkelijker werkgeverschap, wat onze positie op de arbeidsmarkt versterkt en ons toekomstbestendiger maakt als sector.Huisvesting heeft daarnaast een sterke regionale component, die veelal richting wordt gegeven door ruimtelijke ordeningsvraagstukken en gemeentelijk beleid. Het huisvestingsvraagstuk moet onderdeel worden van de integrale ruimtevraag van het glastuinbouwcluster en de verslogistiek.
Welke ontwikkelingen zien we?
Een toenemende druk op de ruimte en toenemende behoefte aan huisvesting voor (internationale) werknemers.
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
- De dialoog faciliteren voor onze partners.
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
Greenports Nederland, Glastuinbouw Nederland, Provincie Zuid-Holland, tuinbouwgemeenten en aangrenzende gemeenten.
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
We vragen regelmatig feedback aan onze partners over de rol van Greenport West-Holland binnen dit vraagstuk.
Programma: Human Capital
Toelichting programma:
Het ‘menselijk kapitaal’ is onmisbaar voor de vitaliteit en concurrentiekracht van het glastuinbouwcluster. Om de gezamenlijke ambities waar te maken zijn strategische allianties en een stevige uitvoeringsagenda essentieel. Talent en vakmanschap moeten aangetrokken en ontwikkeld worden.
Greenport West-Holland werkt aan een programmatische en geïntegreerde aanpak ter verbetering van de samenwerking tussen onderwijs en arbeidsmarkt, door te investeren in een Leven Lang Ontwikkelen (LLO) en het realiseren van technische en sociale innovaties. Onze ambitie is een arbeidsmarkt die zich kenmerkt door wendbaarheid, voldoende gekwalificeerd talent op alle niveaus en aantrekkelijke carrièrekansen.
Daarnaast moeten we een leeromgeving ontwikkelen voor vernieuwing, werknemers en werkgevers moeten leren om in een ‘VUCA-omgeving’ (‘Volatile, Uncertain, Complex, Ambiguous’) te functioneren en in een veranderende beroepencontext.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
Greenport West-Holland kan de leidende positie in Kennis & Innovatie alleen behouden met het investeren in het talent van vandaag en morgen.
Human Capital speelt een cruciale rol in het succes en de voortdurende innovatie van de bedrijven, de overheden en de kennisinstellingen in het glastuinbouwcluster. Dit betreft niet alleen om de aanwezigheid van goed opgeleide en gekwalificeerde medewerkers, maar ook de manier waarop deze medewerkers betrokken worden bij en bijdragen aan systeemdoorbraken, innovaties en nieuwe manieren van werken.
Welke ontwikkelingen zien we?
Automatisering en Robotisering: Er is een toenemend tekort aan arbeidskrachten, wat leidt tot een grotere focus op automatisering en robotisering.
Digitalisering, data-analyse en AI: Deze ontwikkelingen vereisen een ander type expertise binnen de sector. Werknemers moeten steeds meer kennis hebben van digitale systemen en ‘data driven decision making’. Autonome productiesystemen: Handen, ogen en hersenen worden vervangen door slimme geïntegreerde systemen in de teelt en logistiek.
Duurzaamheid en Circulaire Economie: Er is een groeiende focus op duurzaamheid binnen de tuinbouw, met nadruk op circulaire economie. Dit brengt nieuwe werkwijzen met zich mee.
Talentontwikkeling en Leiderschap: Bedrijven, overheden en kennisinstellingen investeren in de ontwikkeling van hun medewerkers om leiderschapskwaliteiten en innovatievermogen te versterken, wat cruciaal is voor het succes in een snel veranderende omgeving.
Schaalvergroting en professionalisering: de bedrijven worden steeds groter waardoor het loont om te investeren in een HRM- en HRD-afdeling.
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma?
De oplossing voor de Human Capital-uitdaging van de tuinbouw is complex en vereist een combinatie van strategieën. Deze kunnen we alleen oppakken binnen de triple helix. De samenwerking tussen bedrijven, onderwijs (universiteiten, HBO, MBO), onderzoeksinstellingen en de overheid is essentieel om de kloof tussen arbeidsmarkt en scholing te verkleinen en oog te hebben voor de samenhang in het glastuinbouwcluster en de vraagstukken op het gebied van zowel technische als sociale innovatie.
Dit houdt in dat de aanpak zich richt op een structurele, functionele en inhoudelijk gestuurde samenwerking. Innovatieve onderzoeksprogramma’s worden gefinancierd en ondersteund door zowel de overheid als het bedrijfsleven. Dit leidt tot voortdurende verbetering en toepassing van nieuwe technologieën en tot andere werkwijzen om te voldoen aan de markt en maatschappelijke eisen.
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
- Ontwikkelen van goed opgeleide en gekwalificeerde medewerkers, zodat werknemers beschikken over de nieuwste kennis en vaardigheden die nodig zijn om te opereren in een steeds technologisch geavanceerdere en kennisintensieve sector.
- Stimuleren van Leven Lang Ontwikkelen (LLO) en professionele ontwikkeling.
- Versterken van de samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid.
- Versterken van sociale innovatie.
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
Onderwijs-en kennisinstellingen, van MBO tot WO, bedrijfsleven (al dan niet via koepels), overheden (Provincie en gemeenten), onderzoeksinstellingen. Partners in het Katapult-programma en de campussen.
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
De projecten binnen het Katapult-programma worden gemonitord via de stoplichtenrapportage aan het kernteam (Inholland, MBO Lentiz en Greenport West-Holland) en een voortgangsrapportage aan RVO. Overige projecten op Human Capital-gebied worden gemonitord aan de hand van deliverables afgesproken in een akkoord of project met de partners (strategische allianties).
Programma: Campusstrategie
Toelichting programma:
Greenport West-Holland is in staat om de wereld te voeden en te vergroenen door de unieke combinatie binnen het cluster van veredeling, teelt, techniek, handel en verslogistiek. Dit vraagt om permanente kennisontwikkeling, innovatie en een scherpe focus op ontwikkeling van talent dicht bij ondernemers en andere partners in het Greenport- cluster. Deze basis maakt het mogelijk om de drie Greenport-ambities waar te maken en internationaal concurrerend te blijven.
Om systeemdoorbraken te realiseren is er behoefte aan nieuwe kennis, innovatie en talent. Hiervoor is samenwerking tussen bedrijven, onderzoek en onderwijs nodig. Dit gebeurt al onder meer op de drie campussen in de regio:
- Dutch Fresh Port: Focus op internationale vershandel en verslogistiek voor groenten en fruit
- Horti Science Park: Focus op plantgezondheid, weerbare gewassen en groene digitalisering
- World Horti Center/Flora Campus: Focus op techniek, teelt en gezondheid
De afgelopen jaren is op en rond deze campussen al veel bereikt. Toch zijn er nog verbeteringen nodig en mogelijk. Het werken aan een compact en snel functionerend ecosysteem rondom kennis, innovatie en talent is het kerndoel van de Greenport-campusstrategie.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
Om de huidige concurrentiepositie van ondernemers te kunnen waarborgen is een permanent proces nodig rondom innovatie, kennis en talentontwikkeling. De ambitie om te komen tot een circulaire Greenport vraagt om extra investeringen in kennisprogramma’s en faciliteiten om systeemdoorbraken te realiseren. De verschillende thematische programma’s kunnen uitgewerkt worden als challenges. Hierdoor worden de cursisten, studenten en docenten van de opleidingsprogramma’s en maatwerkcursussen en –trainingen uitgedaagd.
Welke ontwikkelingen zien we?
Er wordt fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van de drie campussen. Er is een veelheid aan initiatieven: hierbij is verbinding en focus nodig, zodat versneld kan worden. Hiervoor is wellicht kennisketenomkering nodig met een parallelle ontwikkeling: wat is nodig vanuit de bedrijven om de (systeem)innovaties te realiseren? Een andere ontwikkeling is de schaalvergroting bij bedrijven die steeds meer een stevige eigen R&D-agenda hebben en (inter)nationaal kennis en talent ophalen. Private equitypartijen investeren steeds meer in innovatieve, toekomstbestendige bedrijven. Daarmee staat het open-innovatiemodel onder druk en is het zoeken naar nieuwe verhoudingen.
Daarnaast wordt in regionale fieldlabs gericht gezocht naar nieuwe oplossingen. Deze fieldlabs worden meer en meer verbonden met de campussen. Hierbij zijn extra faciliteiten nodig voor onderzoek en leren, zoals het Fieldlab Kas voor de Toekomst en faciliteiten voor start-ups en scale-ups.
Een laatste belangrijke ontwikkeling is de complexiteit van de vraagstukken. Dit vraagt om een holistische, systemische aanpak: Alleen slimme samenwerking geeft snelheid in de ontwikkeling en implementatie. De campussen als clubhuis en kennishub brengen mensen bij elkaar.
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma?
Greenport West-Holland heeft de afgelopen jaren met het Innovatiepact, het Katapult-programma en 170 projecten en programma’s een positie ontwikkeld die het mogelijk maakt om de verschillende campusinitiatieven te ondersteunen. Goede regionale samenwerking en een aanpak gericht op ondernemers bieden de mogelijkheden om met elkaar een krachtige positie in te nemen in het wereldwijde innovatie-ecosysteem. Zo kunnen we talent, kennis en kapitaal aantrekken.
Om koploper in kennis en innovatie te blijven faciliteert Greenport West-Holland de campuspartners om het bestaande samenwerkingsmodel verder door te ontwikkelen, bijvoorbeeld door samen te werken aan grotere subsidieprojecten (zoals Katapult). Greenport Horti Campus (GHC) is daarbij een samenwerkend campusecosysteem. De praktische uitvoering van de ambities en programma’s ligt vooral in de campussen.
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
- Een herkenbaar profiel voor iedere campus, en een gezamenlijke profilering als regio
- Een gedragen campusstrategie waar stakeholders en duidelijke plek hebben en elkaar versterken
- Een consistent kennis, innovatie en leerprogramma om doorbraakinnovaties te realiseren
- Een talentontwikkelprogramma o.a. met challenges om studenten en cursisten te binden aan systeem-doorbraken
- Strategie en uitvoeringsprogramma voor start-ups en scale-ups (in verbinding met de bestaande incubators)
- Een ‘business driven’ innovatie-ecosysteem met heldere afspraken met de instellingen
- Faciliteiten voor onderzoek, innovaties maar ook voor Leven Lang Ontwikkelen en de Horti Academy
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
Binnen de huidige campussen werken de volgende partners samen:
- Dutch Fresh Port Campus (DFP): 10 bedrijven, MBO Barendrecht (Lentiz in samenwerking met Albeda en Da Vinci), Inholland, Hogeschool Rotterdam, LDE en andere onderwijspartijen, gemeente Barendrecht, gemeente Ridderkerk.
- Horti Science Park (HSP): 400 bedrijven, Delphy, Improvement Centre, MBO Oostland (Lentiz in samenwerking met Albeda en Mondriaan), Inholland, Haagse Hogeschool, LDE en Wageningen University & Research (inclusief de ‘Club van 100’), Startlife, YES!Delft, Horti Science Innovation Centre, Gemeente Lansingerland. Het Fieldlab Vertical Farming (voor alle drie de Campussen).
- Flora campus / World Horti Center (WHC): 125 bedrijven (de participanten), Vertify, MBO Westland (Lentiz, Albeda en Mondriaan), Inholland, Haagse Hogeschool, Universiteiten Leiden/Delft/Erasmus (LDE) en gemeente Westland. Onderdeel daarvan is de huidige Learning Community met de samenwerking tussen Vertify, WHC Expo, Lentiz (MBO), Inholland (HBO), LDE. Private initiatieven zoals Tomatoworld en Horti Heroes. Inmiddels zijn er plannen om het gebied rondom WHC verder door in te ontwikkelen tot de Flora Campus met een onderwijstoren, vakcollege en Fieldlab Kas voor de toekomst.
- Algemeen (zonder compleet te zijn): InnovationQuarter, Provincie Zuid-Holland, Rabobank, Flynth, TNO, Agtech Institute (TU Delft), SIGN, Accez, Glastuinbouw Nederland, GroentenFruit Huis, AVAG, Plantum. De (grote) tech bedrijven en veel teeltbedrijven hebben ook R&D faciliteiten die ingezet kunnen worden.
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
De belangrijkste KPI’s voor campussen zijn:
- Aantal samenwerkingsverbanden
- Aantal en kwaliteit van opgeleverde innovaties en octrooien
- Aantal publicaties voor inzicht in de onderzoeksoutput en de wetenschappelijke impact van de campus
- Aantal studenten, bedrijven en onderzoekers
- Kwaliteit van educatie en tevredenheid van studenten, reputatie-effect
- Financiële prestaties: budget, fondsenwerving, investeringen in faciliteiten, inkomsten uit onderzoek en onderwijs.
- Impact op de lokale gemeenschap: maatschappelijke en economische impact van de campus.
- Netwerk en bereik: aantal conferenties, workshops en andere netwerkevenementen.
- Toegankelijkheid en kwaliteit van infrastructuur en faciliteiten voor het aantrekken van toponderzoekers en bedrijven.
Programma: Robotisering & Digitalisering
Toelichting programma:
Robotisering & Digitalisering is cruciaal om veilig concurrerend te blijven en de duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. Veel partijen in en buiten het regionale Greenport- cluster investeren in R&D, in trainingen en opleidingen en in implementatie van innovaties op het gebied van robots, data en AI-oplossingen. Het programma Robotisering & Digitalisering wil ervoor zorgen dat alle partijen in staat worden gesteld om het benodigde tempo op een digitaal veilige manier van de innovatie vast te houden.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
Leidend zijn in kennis en innovatie kan alleen als we als regionaal cluster een goede kennis- en innovatieagenda hebben waarin digitalisering als sleuteltechnologie goed verankerd is. Naast de inhoud is het ook nodig dat er voldoende mensen en faciliteiten zijn om de innovatieagenda mogelijk te maken. Het programma zal zorgdragen voor een actief betrokken netwerk van private en publieke stakeholders.
Welke ontwikkelingen zien we?
In de Digitaliseringsvisie Glastuinbouw staan belangrijke ontwikkelingen beschreven. De meest prominente ontwikkelingen zijn: autonome teelt en de ontwikkeling van AI in alle bedrijfsprocessen, bij beleid, in het onderwijs en in het onderzoek. Deze ontwikkelingen hebben een grote impact op de mensen die werkzaam zijn in het cluster. Digitalisering verlaagt de behoefte aan arbeidsmigranten, maar verhoogt de behoefte aan experts. Daarom steken bedrijven, onderzoek en onderwijs veel energie in het ontwikkelen van nieuwe diensten en producten. Helaas is ook aandacht nodig voor het digitaal veilig ontwerpen en werken. Oplossingen uit andere sectoren zijn hard nodig, want het glastuinbouwcluster hoeft niet alles zelf te ontwikkelen.
Wat is de rol van Greenport West-Holland binnen dit programma?
Omdat robotisering en digitalisering al goed op de agenda staan is het voor de Greenport West-Holland essentieel om scherp te blijven waar meerwaarde geleverd kan worden om het tempo van de innovaties vast te houden. De meerwaarde is vooral:
- Agenderen van de langetermijnontwikkelingen in de triple helix-samenwerking zodat ieder partij tijdig maatregelen kan nemen in de eigen organisatie (zoals het bijsturen van subsidie-instrumenten bij overheden, het bijsturen van de curricula bij het onderwijs en investeringsprogramma’s bij bedrijven)
- Uitwerken van een innovatieagenda met een focus op de bijdrage die robotisering en digitalisering kunnen bieden in het versnellen van de complexe systeemdoorbraken die nodig zijn binnen de andere twee ambities van Greenport West-Holland (‘Op weg naar een Circulaire Greenport’ en ‘Een Samenhangend & Betekenisvol Ruimtelijk Economisch Cluster’)
- Faciliteren van de ontwikkeling van uitvoeringsprogramma’s en projecten door de partners om de innovatieagenda realiseren.
- Bouwen aan internationale netwerken om de instroom van nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken.
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
- Community van experts (triple helix) om de innovatieagenda te ontwikkelen en actueel te houden
- Communicatie om de kansen zichtbaar te maken en aantrekken mensen met vernieuwende ideeën (binnen het cluster maar vooral vanuit andere sectoren, zowel nationaal als internationaal)
- Netwerk van financiers (publiek en privaat) organiseren langs de TRL-ontwikkellijn (niveaus 2 tot en met 9, dus van verkennen tot opschalen en vermarkten), een bijdrage leveren aan de volgende fase van investeren (hardware, software en mensen), zorgdragen voor digitaal veilig ontwerpen en werken en het stroomlijnen met financiers langs de TRL-ontwikkellijn
- Ondersteuning van open science-platforms, bevordering van wetenschappelijke samenwerking (onderling en met bedrijfsleven), en verbetering van de ontwikkeling en toegang tot onderzoeksinfrastructuren
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
Bedrijven en branches vanuit de vraagkant (langs de keten), digitaliseringsbedrijven (tech, software en diensten) en branches, overheden (Provincie Zuid-Holland, Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, Ministerie van Economische Zaken), RVO, Topsectoren, NWO, Groenpact, gemeenten en EU), kennisinstellingen (onderzoek en scholing & onderwijs), InnovationQuarter, incubators, private equity-bedrijven en banken. Security Delta (HSD) is een belangrijke partner van Cyberweerbaarheidscentrum Greenport voor digitaal veilig ontwerpen en werken.
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
De belangrijkste KPI’s die gevolgd kunnen worden zijn:
- Aantal nieuwe digitaliseringsoplossingen per TRL-fase voor het glastuinbouwcluster beschikbaar gekomen in de periode 2025 – 2030 (aantal aangevraagde patenten, snelheid adoptie nieuwe binnen het ecosysteem)
- Investeringsvolume in R&D op gebied van digitalisering in de TRL-fasen; investeringen in onderzoek en ontwikkeling door zowel de publieke als de private sector, aantal en grootte van subsidies en ‘grants’ verstrekt ter ondersteuning van digitaliseringsprojecten)
- Aantal nieuwe banen gecreëerd door digitalisering; aantal nieuw opgerichte bedrijven; percentage start-ups dat overleeft na 3-5 jaar
- Vervanging van laagwaardige (repeterend) banen door digitalisering (robots) in de keten?
- Aantal professionals met een achtergrond in digitalisering die actief zijn in het ecosysteem
- Aantal trainingsprogramma’s en opleidingen gericht op digitalisering en aantal deelnemers
- Sociale acceptatie en participatie; aantal betrokken stakeholders dat actief betrokken is bij het programma; aantal samenwerkingsprojecten; diversiteit en omvang van netwerken van betrokken partijen binnen het ecosysteem
- Aantal cyberincidenten per jaar
- Marktaandeel van innovatieve digitale producten en diensten; marktaandeel van nieuwe, innovatieve producten of diensten in de totale markt; omzetgroei bij bedrijven die zich focussen op innovatie?
- Aantal internationale partnerschappen; aantal nieuwe samenwerkingsverbanden met internationale partners; mate van kennis- en technologieoverdracht door internationale samenwerking
- Aantal nieuwe beleidsmaatregelen en impact op de voortgang van digitalisering; mate waarin bedrijven en organisaties voldoen aan de regels en standaarden die digitalisering bevorderen?
- Mate van positieve impact van digitaliseringsinnovaties op de ambities van Greenport West-Holland
- Internationale samenwerkingen en ranking voor internationale erkenning en samenwerking
Begrippenlijst
Brede welvaart = Brede welvaart verwijst naar de kwaliteit van leven van mensen, die verder gaat dan alleen materiële welvaart. Het omvat aspecten zoals gezondheid, milieu, sociale samenhang en veiligheid.
CSRD = De CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) is een Europese richtlijn die bedrijven verplicht om een duurzaamheidsrapportage op te stellen.
Ecosysteem = Het netwerk van Greenport West-Holland en haar partners.
Greenport Horti Campus = Samenwerking tussen drie campussen: Horti Science Park, Flora Campus en Dutch Fresh Port.
PEFCR’s = Product Environmental Footprint Category Rules. Dit zijn regels die worden gebruikt om de milieuprestaties van een productcategorie te beoordelen, gebaseerd op de levenscyclusanalyse (LCA).
Quadruple helix = De samenwerking tussen vier groepen: overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen en burgers of maatschappelijke organisaties.
Regio = Het fysieke gebied waarin Greenport West-Holland opereert.
RES 2050 = De RES 2050 (Ruimtelijke Economische Strategie) is een document dat is opgesteld door Greenport West-Holland en haar partners over de ruimtelijke economische ontwikkelingen in de regio.
R-ladder = De R-ladder is een model dat gebruikt wordt voor circulaire economie, waarbij de focus ligt op verschillende strategieën voor hergebruik en recycling van materialen.
SDG = Sustainable Development Goals. Dit zijn de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen die door de Verenigde Naties zijn vastgesteld.
Transitieopgaven = Dit verwijst naar de uitdagingen en opgaven die samenhangen met de overgang / ‘transitie’ naar een duurzamere economie en samenleving, zoals de energietransitie.
Triple helix = Samenwerking tussen drie groepen: overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen.
TRL = Technology Readiness Level. Dit is een schaal van 1 tot 9 die de mate van technologische volwassenheid van een product of systeem aangeeft.
Tuinbouwcluster = Het tuinbouwcluster omvat de gehele tuinbouw en de verslogistiek.
VUCA-omgeving = Dit staat voor Volatility, Uncertainty, Complexity en Ambiguity. Het verwijst naar een snel veranderende, onvoorspelbare, complexe en ambigu omgeving, waarin organisaties flexibel moeten zijn om zich aan te passen
‘We zijn een cruciale schakel in de regionale transitie naar een duurzame leefomgeving.’