Programma: Energie
Toelichting programma:
In 2040 is de productie in het Greenport-cluster klimaatneutraal en is het vervoer emissievrij. Het EnergieAkkoord is het overkoepelende verdrag voor het productiegedeelte van het regionale glastuinbouwcluster. De partners leggen daarin hun gezamenlijke intentie, ambitie en inspanning integraal vast. Hiermee committeren zij zich aan samenwerking: ze zetten zich in voor de oplossing van beperkende randvoorwaarden met als doel te komen tot een totale CO2-reductie van de tuinbouwproductie in het Greenport-cluster. De partners zijn vertegenwoordigd in de Werkgroep en Stuurgroep van het EnergieAkkoord en centrale coördinatie vindt plaats vanuit het Programmateam van Greenport West-Holland.
Hoe draagt het programma bij aan de ambitie?
De ambitie van het EnergieAkkoord is een van de leidende principes binnen de Ruimtelijke Economische Strategie 2050. Beschikbaarheid en betaalbaarheid van hernieuwbare energie zijn daarmee wezenlijke randvoorwaarden voor toekomstvaste glastuinbouwgebieden. Dit komt terug in toekomstbestendige gebiedsvisies.
Welke ontwikkelingen zien we?
De CO2-reductie voor productie (CO2-emissie scope 1 en 2) wordt gerealiseerd door over te gaan op hernieuwbare energie in alle deelgebieden in het Greenportcluster. Verschillende energiedragers zijn daarbij nodig:
- Warmtenetten worden gevoed door geothermie en restwarmte, waarbij de tuinbouw flexibiliteit biedt als de vraag vanuit de gebouwde omgeving of het aanbod van restwarmte en geothermie dat verlangt. De tuinbouw is daarmee een flexibele buffer: bedrijven slaan warmte efficiënt op (over een etmaal of over seizoenen) om die te gebruiken wanneer dat nodig is
- De tuinbouw biedt blijvende flexibiliteit voor stabilisering van het stroomnet en voor het verkleinen van netcongestie. Bij een ruim aanbod van externe elektriciteit zetten warmtepompen elektriciteit om in warmte. Bij een tekort aan elektriciteit op het net heeft de tuinbouw de mogelijkheid om deze lokaal op te wekken en terug te leveren aan het net. Eventueel beschikbare restwarmte wordt altijd opgeslagen of direct nuttig gebruikt
- Verschillende gassen worden door de tuinbouw ingezet voor een optimalisatie van het energie- en teeltsysteem: externe CO2 uit biogene processen wordt ingezet als de planten dat nodig hebben; waterstof wordt opgewekt bij ruime beschikbaarheid van elektriciteit of wordt ingezet in WKK of brandstofcellen bij een tekort aan elektriciteit. De restwarmte wordt steeds ter plaatste gebruikt; biogassen vormen samen met waterstof een backup- en peak-voorziening
- Technisch-economische vraagstukken in de energietransitie zijn vaak direct te relateren aan de benodigde infrastructuur, maar ook andere ontwikkelingen zijn van invloed op de realisatie van de ambitie uit het EnergieAkkoord, zoals in de politiek of maatschappij. Een integrale benadering van tuinbouw in het nieuwe energiesysteem ontwikkelt zich en bevat tenminste de focus op besparing, betaalbaarheid, innovatie en aanpassing
- De inzet van tuinbouw in het energiesysteem vormt mede de basis voor haar bestaansrecht en voegt waarde toe binnen de maatschappij. Restwarmte wordt altijd nuttig gebruikt en het totale systeem is stabiel en doelmatig en daardoor betaalbaar en concurrerend
Greenport West-Holland organiseert bijeenkomsten (Community of Practice) en realiseert of faciliteert keten-door-braakprojecten, door het bijeenbrengen van de relevante partners in de keten. Bij de onderwerpen substraten en meststoffen heeft Greenport West-Holland een monitorende rol.
Bij deze thema’s trekt Greenport West-Holland samen op met Stichting Innovatie Glastuinbouw (SIGN) en Wageningen University & Research voor een pleidooi voor landelijk innovatieprogramma in samenwerking met en richting het Ministerie van LVVN en Greenports Nederland.
Wat zijn de belangrijkste onderdelen/doelen?
- Circulaire verpakkingsketens, zowel transportverpakkingen als consumentenverpakkingen; volgen de R-ladder met focus op rethink en re-use en vervolgens recycle: ketendoorbraken en innovatie
- Alternatieven voor foliegebruik, onder andere door innovatieve ‘rethink’-trajecten (herbruikbare alternatieven, geïntegreerd in bijvoorbeeld kasontwerp). En gedurende dit innovatietraject: faciliteren van goede inzameling van folies t.b.v. recycling, voorkomen van laagwaardig afvoeren (verbranden) van folies
- Circulaire substraten en meststoffen (monitorende rol)
Wie zijn (toekomstige) samenwerkingspartners?
- Ondernemers – bedrijven: alle ketenspelers: producenten van materialen en verpakkingen, toeleveranciers, kwekers/telers, handelsorganisaties, exporteurs, veiling, retail (deze partij kan nog meer betrokken worden), afvalinzamelaars en -verwerkers.
- Branche organisaties en koepels zoals Glastuinbouw Nederland, Orchidee Nederland, GroentenFruit Huis. Ook organisaties als MVO NL en NRK Verpakkingen.
- Onderzoek: Universiteiten (o.a. WUR) en hogescholen. Kennisinstellingen van branches (Verpakt)
- Overheid: de Provincie Zuid-Holland is een belangrijke partner. Daarnaast wordt samengewerkt met de ministeries LVVN en I&W en Rijkswaterstaat en met enkele gemeenten
Hoe evalueren en monitoren we onze voortgang?
De Werkgroep en Stuurgroep EnergieAkkoord evalueren de rol van het Programmateam in de kernactiviteiten, zoals netwerkbijeenkomsten, projecten en programma’s en communicatiestrategieën. Monitoring van het Energie- Akkoord zal medio 2025 kwantitatief worden ingericht voor de verschillende energiedragers.


Martin van der Hout
Programmamanager
‘We zijn een cruciale schakel in de regionale transitie naar een duurzame leefomgeving.’