Jaarplan 2024

De tuinbouw is aanjager van de toepassing van aardwarmte in Nederland, stelt Frank Schoof, voorzitter van het Platform Geothermie. Zijn oproep aan de tuinbouw: blijf met ‘nieuwkomers’ en met elkaar kennis uitwisselen over aardwarmteprojecten. 

Wie het Energiecongres van november in ’s-Gravenzande bezocht, kan het niet ontgaan zijn: de lovende woorden die voorzitter Frank Schoof van het Platform Geothermie uitsprak richting de tuinbouw. En die loftuitingen herhaalt hij graag. “Zonder tuinbouw was er geen geothermie geweest. Ondanks een aantal tegenslagen zijn tuinbouwondernemers doorgegaan met de ontwikkeling van aardwarmte.”

Samen met wethouder Dick Verbeek (Brielle), Jolanda Heistek, Menno Laan (Themacoordinator Energie Greenport) brachten vertegenwoordigers van Glastuinbouw Nederland, LTO Noord (Voorne-Putten) Provincie Zuid-Holland en Hydreco een bezoek aan de tuinbouwondernemers van Aardwarmte Vierpolders

Dat juist de tuinbouw zo’n voorloper was, is te verklaren. Tuinbouwondernemers begonnen vanuit het eigen bedrijf met de ontwikkeling van een aardwarmtebron. “Projecten worden ingewikkeld als de ontwikkeling over meer schijven loopt. De ondernemers die destijds startten met aardwarmte waren zowel klant,

projectontwikkelaar, operator, onderhoudsbedrijf als aandeelhouder. Ze hoefden bij wijze van spreken alleen met zichzelf en de bank te overleggen.”

Maar de ontwikkeling van aardwarmte gaat door. Inmiddels is er een groot aantal bedrijven dat gespecialiseerd is in verschillende aspecten van aardwarmte, bijvoorbeeld onderhoud of bedrijfsvoering. De vraag is wat dat betekent voor de tuinbouw.

Kennis en ervaring

Onlangs ging de Tweede Kamer akkoord met een motie dat EBN mag participeren in aardwarmteprojecten. Energie Beheer Nederland (EBN) is een onderneming die namens de Staat investeert in de opsporing, winning en opslag van gas en olie.

Het bedrijf kan de ervaring en positie die het heeft dus meenemen in de ontwikkeling van aardwarmte. “Hoe dat precies uitpakt, is nog niet zeker”, vertelt Schoof. “Maar ik verwacht dat het ook voor de tuinbouw positief uitpakt. Want door de betrokkenheid van EBN kan bij nieuwe projecten geprofiteerd worden van het ondernemerschap van de tuinbouw en de kennis en ervaring van EBN.”

Politiek en omwonenden

Het goedkeuren van de motie geeft aan dat ook de landelijke politiek het belang van geothermie inziet. “De politiek ziet dat aardwarmte belangrijk is voor het verduurzamen van warmte. De verwachting is dat in de gebouwde omgeving aardwarmte minimaal 30 procent van de warmtevraag kan voorzien, en in de industrie (voor warmte tot pakweg 200 graden)  een soortgelijk percentage.”

Voorwaarde voor het behalen van zulke percentages is dat aardwarmteboringen veilig en economisch verantwoord plaatsvinden. Dat vraagt enerzijds om goede afspraken. Zo is de vereniging voor operators DAGO (Dutch Association Geothermal Operators) gestart met de implementatie van het standaard veiligheids- en gezondheidszorgsysteem voor geothermie-operators.

Een andere voorwaarde is de blijvende stimulering van uitwisseling van informatie en ervaringen, onderling tussen bedrijven, maar ook met omwonenden en de maatschappij. “Draagvlak bij omwonenden is heel belangrijk. Zorg ervoor dat ze weten dat je je bewust bent van mogelijke gevolgen van aardwarmte en dat je de vragen beantwoordt. En zorg ervoor dat omwonenden het gevoel krijgen dat de warmte ook van hen is.”

Kennisuitwisseling en lokale verankering

Dat is ook een van de redenen waarom geothermiebedrijven in de tuinbouw baat hebben bij kennisuitwisseling, met elkaar én met initiatiefnemers buiten de tuinbouw. Met name voor nieuwe projecten zullen naar inschatting grotere bedrijven actief worden die meerdere geothermieprojecten doen en minder lokale binding hebben.

Juist door hun lokale kennis kunnen tuinbouwbedrijven als warmteklant ervoor zorgen dat ze een actieve rol houden bij zulke projecten. Schoof: “Kennisuitwisseling zorgt dan voor lokale betrokkenheid en voor een goede leercurve.”



Pin It on Pinterest